National Accounts and environmentally Sustainable National Income

“Hueting heeft naar mijn inzicht geheel terecht de schaarste van het milieu opgevat als iets dat niet buiten maar juist binnen het economisch denken valt.”
Nobelprijswinnaar Economie Jan Tinbergen (1980)

Verbazingwekkend genoeg wordt het mDNI (milieu-duurzaam nationaal inkomen) ook in milieukringen nu nog slecht begrepen. In een presentatie op het Politicologen-etmaal 2019 werden zo’n 12 groepen geïndentificeerd die het mDNI verwaarlozen of verkeerd voorstellen (5). 

In dit boek geven econoom Hueting (89 jaar) en ingenieur Bart de Boer (71 jaar) met frisse blik een herformulering en her-evaluatie van hun oudere werk. Ze hebben daarbij geluisterd naar kritiek en didactische suggesties van anderen, en richten zich op de grote lijn waardoor het betoog vaart houdt.

Meer weten?
Titel: National Accounts and environmentally Sustainable National Income
Auteurs: Roefie Hueting en Bart de Boer
Uitgeverij: Eburon Academic Publishers, 2019, 222 pagina’s, EUR 27,50, ISBN 9789463012522
Pdf online: eburon.nl en http://www.sni-hueting.info 

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) nodigde Hueting en De Boer uit tot een interne boekpresentatie en lezing op 11 juli 2019, met toehoren van zo’n zestig statistici. Het CBS stelde ook een video van de lezing beschikbaar die online bekeken kan worden (1).

Hueting tekent vooral voor de theorie van de nieuwe schaarste van het milieu (zijn proefschrift uit 1974) en de notie van het milieu-duurzaam nationaal inkomen (mDNI) welke hij in 1986 ontwikkelde. Het mDNI is het maximaal bereikbare productieniveau, gegeven de technologie van het berekeningsjaar, waarbij de vitale gebruiksmogelijkheden (milieufuncties) van de niet door de mens gemaakte fysieke omgeving beschikbaar blijven voor toekomstige generaties.

De Boer tekent vooral voor de standaarden van milieuduurzaamheid die berekening van het mDNI mogelijk maken. Deze zijn vergelijkbaar aan de “planetary boundaries” (2) (wereld-milieugebruiksruimte) van Johan Rockström maar toegesneden op gebruik binnen een economisch model. Door die toepassing kan men naast het standaard nationaal inkomen (NI) ook het mDNI uitrekenen.

Het verschil eΔ = NI – mDNI geeft de afstand tot milieuduurzaamheid. De kern van de analyse ligt bij deze indicator en niet bij welvaart of inkomen. Berekeningen voor Nederland voor 1990-2015, met name gedaan door het Instituut voor Milieuvraagstukken (IVM), tonen dat het begrippenkader in de praktijk werkt. Met alle beleidsmaatregelen sinds 1990 is de Nederlandse afstand tot milieuduurzaamheid over 25 jaar per saldo niet kleiner geworden. Naast de afstand eΔ = NI – mDNI geven de berekeningen ook schaduwprijzen per sector, die van belang lijken voor investeringen zoals gedaan door pensioenfondsen (zie het EU framework for sustainable finance (3) ).

Het boek nodigt wetenschappers uit rustig te gaan lezen en onbevangen over de analyse na te denken. Voor studenten is het boek een fundamentele bron doordat Hueting de kern van zijn proefschrift uit 1974 herhaalt, namelijk dat de nieuwe schaarste van het milieu betekent dat het onder het economisch kenobject valt. Het “Centraal Economisch Plan” van het CPB zou derhalve ook over het milieu moeten gaan. Wat CBS en CPB “economische groei” noemen betreft slechts de groei van de productie en houdt onvoldoende rekening met het economisch aspect van het milieu. Voor het PBL zou eΔ = NI – mDNI een belangrijke doelvariabele mogen zijn. Voor beleidsmakers geeft het boek het proof of concept dat eΔ = NI – mDNI een onmisbare indicator is voor de monitoring van het beleid, naast andere relevante indicatoren zoals inflatie, werkloosheid en de groei van de productie (NI).

Milieuduurzaamheid heeft alleen betekenis wanneer dit geldt voor de gehele wereld. Naar verwachting kan Nederland over enkele honderden jaren half onder water staan (4). Nederland kan andere landen niet zomaar overtuigen om ook milieuduurzaam te worden. Echter, de aanpak van Hueting heeft een fundament in de economische theorie, en ook de aanpak voor de economische statistiek heeft een wetenschappelijk fundament. Derhalve is het mogelijk om wetenschappers internationaal via de normale kanalen van wetenschappelijk inzicht te bereiken. Nationale statistische bureaus over de hele wereld krijgen het advies de informatie eΔ = NI – mDNI voor hun eigen land te gaan verstrekken, zodat beleidsmakers overal ter wereld gebruik kunnen gaan maken van belangrijke informatie over de nationale economieën en het nationale en mondiale milieu.

Verbazingwekkend genoeg wordt mDNI ook in milieu-kringen nog slecht begrepen. In een presentatie op het Politicologen-etmaal 2019 werden zo’n 12 groepen geïndentificeerd die het mDNI verwaarlozen of verkeerd voorstellen (5). Te hopen valt dat ook daar oog voor de rol van wetenschap ontstaat.

Thomas Colignatus, econometrist en leraar wiskunde. 
24 augustus 2019.
Disclaimer: ondergetekende ondersteunde Hueting en De Boer hun boek naar de uitgever te brengen. 

PS. Uit het persbericht van de uitgever:
Econoom dr. Roefie Hueting (1929) was hoofd van de afdeling Milieustatistieken bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Elektrotechnisch ir. Bart de Boer (1947) past systeemanalyse toe op milieukwesties en milieuduurzaamheid.

Waardering voor het werk van Hueting:

  • Nobelprijswinnaar Economie Jan Tinbergen (1980): “Hueting heeft naar mijn inzicht geheel terecht de schaarste van het milieu opgevat als iets dat niet buiten maar juist binnen het economisch denken valt.”
  • CBS Directeur-Generaal Ruud van Noort (2000): “Het gedachtegoed van het [mDNI] is uit het CBS (Hueting) voortgekomen. Het CBS is daar trots op.

Tekstuele noten:

  1. http://www.sni-hueting.info/EN/NA-eSNI/index.html
  2. https://en.wikipedia.org/wiki/Planetary_boundaries
  3. https://ec.europa.eu/info/publications/sustainable-finance-technical-expert-group_en
  4. https://www.vn.nl/zeespiegelstijging-plan-b/
  5. http://thomascool.eu/Papers/Environment/2019-06-12-Sheets-50-years-Tinbergen-Hueting.pdf