De economie groeit niet omdat consumenten de hand op de knip houden. Dat is een feit waar geen discussie over hoeft te worden gevoerd. Economen verklaren het zuinige gedrag van consumenten uit het lage niveau van consumentenvertrouwen in verband met de onzekere toekomst.
Is er inmiddels niet nog wat anders aan de hand, iets dat je consumptiemoeheid zou kunnen noemen? Mensen die aanvankelijk uit voorzichtigheid minder geld uitgaven, zijn wellicht tot de ontdekking gekomen dat minder consumeren in zekere zin rustgevend is. Het spaargeld dat ondertussen groeit zorgt ook nog voor het rustige gevoel iets achter de hand te hebben, zelfs als de inflatie hoger is dan de rente op het spaargeld.
Waarom is consumeren niet alleen maar leuk en is het eigenlijk ook behoorlijk vermoeiend? Heeft u wel eens een badkamer of keuken moeten uitzoeken en vervolgens een aannemer moeten regelen? Dat is een behoorlijke inspanning, zo ondervinden de meeste mensen, waarbij ook de nodige keuzestress komt kijken. Als een oude badkamer of keuken nog redelijk functioneert kun je dus ook besluiten die nog maar een tijdje te laten zitten.
Heeft u wel eens een meubelboulevard bezocht? Een rondgang door tien meubelzaken is knap vermoeiend en misschien zelfs frustrerend, vooral als je dan nog steeds niet het bankstel hebt gevonden waar je op valt. Het oude bankstel blijft dan nog maar even staan.
Heeft u de laatste tijd nog een nieuw apparaat gekocht? De aankoop zelf valt nog wel mee, maar het leren werken met dat apparaat is geen sinecure. Heel wat oudere mensen zijn daarom geneigd hun oude apparaat zolang mogelijk te willen houden uit angst voor de nieuwe onbegrijpelijke gebruiksaanwijzing.
Je kunt tegenwoordig van allerlei producten bestellen via het internet, maar alleen al het gevoel dat er met de betaling iets mis kan gaan, gooit roet in het eten. En terugsturen van via het internet bestelde producten levert ook nog eens rompslomp op waar veel mensen geen zin in hebben.
Vakanties kunnen voor heel wat stress zorgen, zeker als het om verre reizen gaat. Een vakantie overslaan kan soms rustgevender zijn dan met vakantie gaan. Zeker voor mensen die mooi wonen hoeft dat beslist geen straf te zijn.
Dit alles kan ertoe leiden dat mensen gaan merken dat consuminderen een heilzame werking heeft, met als gevolg dat het vervullen van materiele behoeften minder prioriteit krijgt, hetgeen uiteindelijk zelfs kan leiden tot een structureel effect op de economie.
De consument wordt daarnaast geconfronteerd met een toenemende diversiteit aan concurrerende vormen van tijdsbesteding, waarvan er heel wat maar weinig kosten en die dus in economisch opzicht weinig opleveren.
Een computerspelletje van een paar euro kan je misschien wel 500 uur bezighouden. Surfen op het internet kost, afgezien van een abonnement bij een provider, zelfs helemaal niets. Er zijn heel wat mensen die zich een belangrijk deel van de dag achter hun computer vermaken.
Steeds meer mensen gaan voor hun conditie urenlang lopen of fietsen, wat alleen slijtage van schoenen of fietsen kost.
Zeker in Nederland wordt er erg veel vrijwilligerwerk uitgevoerd. Activiteiten die worden uitgevoerd door vrijwilligers zijn nauwelijks terug te vinden in de economische statistieken, ook omdat degenen die profiteren van deze activiteiten er niet voor hoeven te betalen, terwijl de toegevoegde waarde groter kan zijn dan de waarde van heel wat commerciele diensten.
Wie werk en kinderen combineert, heeft minder uren over om andere dingen te doen. In de weinige overgebleven uren wil je het liefst rust aan je hoofd. Trouwens, wie weinig tijd heeft om een aankoop goed voor te bereiden, zal na enige onbezonnen aankopen waarschijnlijk minder gaan besteden.
Afgezien van een groep minder bedeelden is in Nederland geen sprake van gebrek aan welvaart als er een tijdje minder wordt geconsumeerd. Misschien zijn veel Nederlanders langzamerhand op een zodanig niveau van verzadiging beland, dat zij zich de luxe willen veroorloven van wat je zou kunnen noemen posthedonistisch gedrag. Afzien van luxe producten of diensten is natuurlijk ook veel makkelijker dan afzien van basisbehoeften die ondertussen toch wel worden vervuld. Je kunt de kwetsbaarheid van onze economie zelfs voor een deel verklaren uit het gemak waarmee mensen kunnen afzien van luxe producten en diensten. In een economie waar mensen hun inkomen grotendeels moeten besteden aan basisbehoeften is dit type kwetsbaarheid veel minder aanwezig.
Er zit trouwens wel een lichtpuntje in dat posthedonisme. De rustige consument kan zich veroorloven een hogere prijs te betalen voor de aankopen die hij nog wel doet, waarbij hij tevens meer voldoening ervaart van zijn aankoop. Leveranciers van hoogwaardige kwaliteitsproducten en luxe diensten kunnen daarvan profiteren, mits zij het aankoopproces en de ingebruikneming van een product voor de klant aangenaam weten te maken. Daar komt bij dat kwaliteitsproducten meestal langer meegaan, dus dat is ook nog eens goed voor het milieu.
Peter van Hoesel
Oktober, 2012
Boeken van Peter van Hoesel en verdere informatie.
– http://www.ambachtseconomie.nl/
– Hoesel, P. van (2008) Partij van de Eenvoud. Uitgeverij Sdu, Den Haag
Via Bol.com
Partij voor eenvoud / druk 1
Hoesel, P. van
Via Managementboek.nl
Samenvatting van 'Partij voor eenvoud'
Het beleid van de overheid is in de afgelopen decennia allengs ingewikkelder geworden. Bij elkaar genomen is het beleidssysteem inmiddels zo ingewikkeld, dat de kwaliteit van het beleid in ernstige mate is aangetast. Beter beleid wordt regelmatig belemmerd door bestaand beleid. Ernstiger is dat bestaand beleid in veel gevallen onvoldoende blijkt te werken of zelfs negatieve effecten oplevert. Het vertrouwen in de overheid heeft daardoor flinke schade opgelopen.
Het is voor onze samenleving van wezenlijk belang om deze schade te gaan herstellen. Daarvoor zijn drastische beleidswijzigingen nodig om dat kleine aanpassingen niet altijd tot vereenvoudiging leiden. Helaas zijn grote veranderingen bijzonder lastig te verwezenlijken, want politieke partijen houden elkaar voortdurend in een patstelling. De kiezer weet daardoor niet meer waar hij zijn stem moet laten.
Het valt te hopen dat politici zich op afzienbare termijn durven te bevrijden uit deze patstelling. Zij kunnen daarvoor de nodige inspiratie putten uit dit boek, en politiek geïnteresseerde burgers zullen hen daarbij hopelijk aanmoedigen.
Inhoudsopgave
Voorwoord
1. Inleiding
2. Een synthese tussen links en rechts
3. Naar een organische economie
4. Economische groei
5. Kwaliteitscriteria voor overheidsbeleid
6. Valkuilen in het beleidsproces
7. Sociaal-economisch beleid
8. Economisch stimuleringsbeleid
9. Publieke dienstverlening
10. Binnenlands bestuur, democratie en grondrechten
11. Ruimtelijke ordening en infrastructuur
12. Veiligheid en milieu
13. Internationaal beleid
14. Een doortastend beleidsprogramma
Zie verder: http://www.managementboek.nl/boek/9789012129190/
partij_voor_eenvoud_peter_van_hoesel?affiliate=1910
Peter van Hoesel over methoden en technieken voor beleidsonderzoek
Via Bol.com
Beleidsonderzoek in Nederland / druk 1
P.H.M. van Hoesel & J.W.M. Mevissen
Via managementboek.nl
Samenvatting van 'Beleidsonderzoek in Nederland'
'Beleidsonderzoek in Nederland' schetst een beeld van de wordingsgeschiedenis, de huidige stand van zaken en de te verwachten ontwikkelingen van het beleidsonderzoek in Nederland. Het gaat hier om een relatief jong vakgebied dat zijn wortels heeft in de wetenschap. Beleidsonderzoek is langzamerhand een belangrijke rol gaan spelen in de ontwikkeling en uitvoering van beleid bij overheden, organisaties in het maatschappelijke middenveld en, zij het nog in mindere mate, het bedrijfsleven. Het spreekt bijna voor zich dat de exacte invulling van die rol afhankelijk is van de behoeften van de opdrachtgever. Daarom wordt gebruik gemaakt van een veelheid aan methoden en technieken, theorieën, producten, rapportagetypen, enzovoort. Tegelijkertijd vindt er binnen het vakgebied een voortdurend proces van innovatie en professionalisering plaats waardoor sneller, beter en tegen minder kosten aan de vraag kan worden voldaan.
In tien hoofdstukken laat dit boek zien:
– wat beleidsonderzoek is;
– hoe het ontstaan is;
– welke rol het speelt in het beleidsproces en welk rendement het kan hebben;
– hoe de Nederlandse markt er uit ziet en hoe beleidsonderzoek in het buitenland georganiseerd is;
– welke kritiek erover geuit wordt en waarom;
– wat het toekomstperspectief voor het vak is.
Het boek is bedoeld voor beleidsonderzoekers (bij onderzoeksinstituten én bij interne onderzoeksafdelingen), opdrachtgevers, beleidsontwikkelaars en uitvoerders, toezichthouders en studenten die zich tot het vak aangetrokken voelen.
Inhoudsopgave
1 Geschiedenis van het beleidsonderzoek in Nederland
1.1 Inleiding
1.2 De ontwikkeling van beleidsonderzoek in drie perioden
1.3 Het prille begin (de periode tot 1945)
1.4 De overgangstijd (1945 – 1975)
1.5 Het tijdperk van professionalisering (1975 – heden)
1.6 Afsluiting
2 Geschiedenis van het beleidsonderzoek in de Verenigde Staten
2.1 Grondslag van Policy Sciences
2.2 Groeiende kennis, groeiende invloed
2.3 Drors nieuwe wetenschap
2.4 Verschillende opvattingen
2.5 Booming Business
2.6 Controverse
2.7 Great Society
2.8 Niet langer bijzonder
2.9 Rand Corporation
2.10 Speaking truth to power
2.11 Heroriëntatie en politieke actie
2.12 Uitwaaierend beleidsonderzoek
2.13 Evaluatie
2.14 Amerika en Europa
3 Wat is beleidsonderzoek?
3.1 Definitie en kenschets
3.2 Wat is beleidsonderzoek niet?
3.3 De groei van het evaluatieonderzoek
3.4 Afsluiting
4 Het beleidsproces in theorie en praktijk
4.1 Inleiding
4.2 Het begrip ‘beleid’
4.3 Het beleidsproces in fasen
4.4 Van probleem naar oplossing: de beleidstheorie
4.5 Typen van beleid
4.6 Het beleidsproces in de praktijk: de aanleg van IJburg
4.7 Kritiek op het fasenmodel
4.8 Samenvatting
5 Plaats en functies van beleidsonderzoek in het beleidsproces
5.1 Het belang van onderzoek voor de beleidsontwikkeling
5.2 Kennismanagement
5.3 Relatie tussen onderzoek en beleid
5.4 Het model van de beleidscyclus
5.5 Functies van beleidsonderzoek
5.6 Afsluiting en relativering
6 Wat is het rendement van beleidsonderzoek?
6.1 Inleiding
6.2 Voorwaarden voor het optreden van rendement
6.3 Rendementstypen
6.4Partijen die specifieke typen rendement kunnen ondervinden
6.5 Kan rendement van beleidsonderzoek gemeten worden?
6.6 Hoe kan het feitelijk gebruik van beleidsonderzoek verbeterd worden?
7 De markt voor beleidsonderzoek
7.1 Inleiding
7.2 Intern onderzoek
7.3 Intern of extern onderzoek?
7.4 De markt voor extern beleidsonderzoek
7.5 Is het beleidsonderzoek optimaal georganiseerd?
7.6 Conclusies
8 Beleidsonderzoek in onze buurlanden
8.1 Inleiding
8.2 Duitsland
8.3 Groot-Brittannië
8.4 Vlaanderen 138
9 Beleidsonderzoek onder vuur
9.1 Hoe meer onderzoeksrapporten, hoe meer elkaar tegensprekende resultaten
9.2 Beleidsonderzoek is ‘quick and dirty’
9.3 Er is te veel onderzoek, je ziet door de bomen het bos niet meer
9.4 Onderzoek levert lange, onleesbare en technische rapportages op
9.5 Goed onderzoek, maar met een verkeerde probleemstelling
9.6 Beleidsonderzoek levert conclusies op waarmee je alle kanten op kunt
9.7 Onderzoeksresultaten komen vaak als mosterd na de maaltijd
9.8 Opdrachtgever heeft de onderzoekers/het onderzoeksbureau gemanipuleerd
9.9 Beleidsonderzoek trapt open deuren in
9.10 Beleidsonderzoek is lastig omdat er steevast om meer of ander beleid wordt gevraagd
10 Een toekomstperspectief voor het beleidsonderzoek
10.1 Alles beweegt, maar waarheen?
10.2 Steeds sneller en beter door ICT
10.3 Het begrip ‘deskresearch’ krijgt een andere betekenis
10.4 Datamining als de nieuwe revolutie in het beleidsonderzoek
10.5 Van een passieve naar een actieve rol van de beleidsonderzoeker
10.6 De beleidsonderzoeker krijgt een eigen status
10.7 Evaluatieonderzoek evolueert naar een hoger niveau
10.8 Van een gesloten naar een open markt (of toch niet helemaal?)
10.9 Beleidsonderzoek vooral in samenwerking en netwerken
10.10 Beleidsonderzoek als uitvloeisel van professionalisering van het beleidsproces
10.11 De invloed van Europa blijft groeien
10.12 Tot besluit: de vergeten schakel in de Nederlandse kennis-infrastructuur
Methoden van beleidsonderzoekers
Marieke Boekenoogen & Carla Verheijen