1983: Paradigmaverlamming op een medisch congres.

Het woord paradigma is na de verschijning van het boek ‘the structure of scientific revolutions’ van Thomas Kuhn een gangbaar woord geworden in wetenschappelijke kringen. Doorgaans echter alleen in intellectuele zin. De praktische consequenties ervan accepteren vraagt een andere houding.
 
Een paradigma kan worden omschreven als een aantal overtuigingen/uitgangspunten, regels en afspraken die twee dingen doen:

  1. Het vaststellen van grenzen: zaken die je kunt waarnemen als gevolg van je mentaal-emotionele) filters en wat niet.
  2. Aangeven hoe problemen te bejegenen/op te lossen binnen die grenzen.


Die paradigma’s zorgen er voor dat we informatie filteren en selecteren die strookt met onze overtuigingen, regels en afspraken en het proberen de rest te negeren. Dit wordt wel eens het paradigma-effect genoemd. En dat is dikwijls handig in een wirwar van informatie.

Maar er zit ook een minder positieve kant aan vast. Door een teveel van dit paradigma-effect, in bijv. een vakgroep, ontstaat er een zogenaamde paradigmaverlamming: de overtuiging dat er maar één manier is en kan zijn om de dingen te doen.

Box: wetenschappelijke ketterij.
Alle vorderingen in de wetenschap zijn min of meer wetenschappelijke 'ketterij', want iedere belangrijke nieuwe ontdekking is geheel of gedeeltelijk in strijd met de heersende opvattingen van hun tijd. Wie in de wetenschap op verkenning gaat en daarbij de onbevooroordeelde lijn van het zuiver wetenschappelijk onderzoek probeert door te trekken, moet de moed hebben om het onvoorstelbare te poneren en met concrete bewijzen aan te tonen dat vrienden, collega's en aanvaarde wetenschappelijke paradigma's de plank misslaan.
Bron: Het intentie-experiment. Auteur: Lynne McTaggart. Uitgeverij Ankh Hermes BV, Deventer, 2007.

Onderstaand vind je een praktijkvoorbeeld uit  de medische wereld om te laten zien dat zo’n paradigmaverlamming innovatiebelemmerend en soms zelfs tragische gevolgen kan hebben. Domweg door van jezelf, of collectief als vakgroep, niet te accepteren dat je door je eigen paradigma’s niet alles kunt zien en waarnemen. Het maakt je blind voor resultaten die op andere manieren worden  verkregen.

“Enkele decennia lang was er de universeel geaccepteerde medische theorie dat maagzweren worden veroorzaakt door stress, roken en alcohol. De gedachte erachter was dat de maag bijzonder veel maagzuur afscheidde welke de maagwand aanvrat. De standaardbehandeling was dientengevolge een operatie.

Twee Australische artsen, Barry Marshall en Robin Warren stelden echter in het begin van de jaren '80 dat maagzweren werden veroorzaakt door een destijds onbekende bacteriestam. Dat durven te zeggen in de medische wereld is te vergelijken met tegen het verkeer inrijden op een belangrijke snelweg en stellen dat iedereen de verkeerde richting uitrijdt, behalve jij.

In 1983 startte Marshall met het behandelen van maagzweren met antibiotica. Dat bleek succesvol te zijn. Later dat jaar werd hem op een conferentie in België gevraagd of hij dacht dat bacteriën sommige maagzweren veroorzaken. Hij verklaart theatraal dat hij geloofde dat álle maagzweren door bacteriën werden veroorzaakt.

Vervolgens werd hij met boe-geroep van het podium gejaagd bij deze en andere wetenschappelijke conferenties. “Het was hun opzet me de mond te snoeren, me uit de gastro-enterologie te werken naar een artsenpraktijk in de Australische rimboe’, zei hij. (Terzijde: gastro-enterologie is de wetenschap die zich bezig houdt met het maag-darm stelsel)

Tien jaar later, in 2005, ontving hij de Nobelprijs voor geneeskunde vanwege diezelfde ontdekking. Het duurde meer dan 10 jaar voordat diezelfde medische wetenschap ophield zuurneutraliserende middelen te gebruiken en antibiotica voor te schrijven.
Bedenk eens wat dit aan geld heeft gekost van de verzekeringen. Los van de pijn voor de patiënten. En dat alleen maar door de vastberadenheid van de medische stand om aan zijn gelijk vast te houden en niet naar de feiten te willen kijken.”

Bron van dit voorbeeld:
De knop om.
Auteur. John Naisbitt.
Uitgeverij: Het Spectrum, Utrecht, 2007.