De geneeskunde van de toekomst.

Is de geneeskunde wel écht zo effectief als wordt aangenomen? Op sommige terreinen is die effectiviteit geen punt van discussie. Er bestaan daar geen twijfels over de vele zegeningen van de reguliere geneeskunde. Maar er zijn ook gebieden waarmee het huidige medische model minder uit de voeten kan. Elk model heeft zo immers zijn eigen grenzen. En kijkend naar de toekomst: wat gaan de nieuwe uitgangspunten voor de geneeskunde worden? Een essay van Max Herold.

Modellen, mogelijkheden en grenzen. 
Het was de hartspecialist dr. A.J. Dunning die in 1981 een interessant boek presenteerde met als titel ‘Broeder Ezel’. Hij verwees daarmee naar de heilige Franciscus van Assisi in wiens visie de kosmos, waar iedereen zijn Schepper weerspiegelde, elk afzonderlijk één naaste verwant had met wie hij dagelijks optrok, door hem ‘Broeder Ezel’ genoemd. Daarmee bedoelde hij het lichaam dat ieder van ons heeft.

Dunning beschreef op grond van zijn jarenlange ervaringen de betrekkelijkheid van de geneeskunde. De arts, zo gaf hij aan, is daarbij enerzijds gereduceerd tot een technicus die geacht wordt het mechaniek van Broeder Ezel te kunnen repareren onder een prijs/kwaliteit-controle van de gemeenschap. Anderzijds dient diezelfde arts een biechtvader te zijn die alle troost, geruststelling en raad bij alle zorgen van het bestaan geeft, op een niet-bevoogdende wijze. Daarbij stelde Dunning aanvullend:

“Er bestaat een onmacht en onvermogen om alle plagen te verdrijven…..Dat heeft ook te maken met het gegeven dat de geneeskunde, aan zichzelf overgelaten, haar diensten niet kan of wil verdelen naar behoefte en veelal de werkelijke wortel van de ziekte niet kan of wil verstaan.”

De medische wetenschap heeft vanuit haar grondslagen immers mogelijkheden maar diezelfde grondslagen houden haar in termen van geneeskundige mogelijkheden ook gevangen op een wijze die het vinden van fundamenteel nieuwe mogelijkheden uitsluit.

Reeds eerder, in ‘Grenzen aan de geneeskunde’, waarvan de eerste versie in 1975 verscheen, schreef Ivan Illich dat een studie van de ontwikkeling van ziektepatronen het bewijs heeft geleverd dat de medische wetenschap minder heeft bijgedragen aan de bestrijding van de grote ziekten dan doorgaans wordt aangenomen.

Reguliere model-vooronderstellingen
De reguliere (traditionele, academische)  en relatief dure geneeskunde, is primair gebaseerd op de veronderstelling dat ziekten toe te schrijven zijn aan externe, toxische (giftige) agentia, zoals ziektekiemen (bacteriën en virussen), of aan een ‘mechanische’ storing of aan de ‘onvoldoende werking’ van een inwendig orgaan van het stoffelijke lichaam, geeft ook Amit Goswami in zijn boek ‘De kwatumdokter: de  nieuwe wetenschap van gezondheid en genezing’ aan. Er bestaan, zo laat hij verder zien en komt later in dit essay nog ter sprake, voor bepaalde aandoeningen botweg geen behandelmethoden binnen het reguliere systeem/op basis van het huidge medische model. Dit maakt dat veel mensen hun heil zoeken en vaak vinden in het alternatieve circuit.

Box: wat is alternatief?
Een Chinese vrouw vertelde onlangs het volgende. “Toen ik 20 jaar geleden in Nederland kwam wonen was voor mij de Westerse geneeskunde alternatief. Opgegroeid met accupunctuur en kruidengeneeskunde heeft het voor mij een hele lange tijd geduurd vóórdat ik de Westerse geneeskunde als gelijkwaardig ‘alternatief’ kon zien.”

Trends en paradoxen
Men kan echter de vraag stellen wat de ontwikkeling is met betrekking tot bovenstaande? Waar gaat het naar toe? Minister Klink wil een wetswijziging om alternatieve therapeuten aan te kunnen pakken. Immers artsen die geschorst zijn als geneeskundige (al dan niet onterecht, zoals de arts die Sylvia Millecam behandelde), kunnen verder als natuurgeneeskundige. 

Daarbij komt juist steeds meer voor het voetlicht dat de reguliere, academisch geschoolde artsen ironisch genoeg voldoen aan de definitie van ‘kwakzalver’. Deskundigen laten zien, juist door de beperkingen die voortkomen vanuit het medische model, dat een aanzienlijk deel van de handelingen en behandelingen in de reguliere geneeswijze niet wetenschappelijk is onderbouwd en niet op effectiviteit getoetst. Volgens de vereniging tegen kwakzalverij is dit te verstaan als kwakzalverij. 

Een aanvullende paradox is dat een arts bepaalde ziekten niet kan behandelen omdat deze nu eenmaal niet kúnnen worden behandeld als gevolg van de uitgangspunten (aximo’s/paradigma’s), en daaruit onherroepelijk voortvloeiende beperkingen, van het medische model.

Tegelijkertijd mag hij, bij uitbehandelde patiënten m.b.t. verschillende ziekten, geen andere therapieën, gebaseerd op andere uitgangspunten, verkennen en voorschrijven omdat deze indruisen tegen het medische ‘wetenschappelijke’ establishment en bijbehorende model. E.e.a. versterkt door de angst voor de klassiek denkende Inspectie van de Gezondheidzorg en Medische Tuchtcolleges en het daaruit voortvloeiende verlies van een goede naam.

Dit is een ontwikkeling waar juist de wetenschap weer niet mee is gediend. Thomas Kuhn, schrijver van het boek ‘structure of scientific revolutions’, stelde dat het vaak meer dan dertig jaar duurt voordat nieuwe uitgangspunten zijn geaccepteerd. Dit als gevolg van een letterlijke ‘blindheid’ voor de werking van nieuwe paradigma’s (lees: denkramen en daaruit voorvloeiende manieren van probleem oplossen). Een zogenaamde paradigmaverlamming.

Box: paradigmaverlamming.
“Enkele decennia lang was er de universeel geaccepteerde medische theorie dat maagzweren worden veroorzaakt door stress, roken en alcohol. De gedachte erachter was dat de maag bijzonder veel maagzuur afscheidde welke de maagwand aanvrat. De standaardbehandeling was dientengevolge een operatie.Twee Australische artsen, Barry Marshall en Robin Warren stelden echter in het begin van de jaren ’80 dat maagzweren werden veroorzaakt door een destijds onbekende bacteriestam. Dat durven te zeggen in de medische wereld is te vergelijken met tegen het verkeer inrijden op een belangrijke snelweg en stellen dat iedereen de verkeerde richting uitrijdt, behalve jij. In 1983 startte Marshall met het behandelen van maagzweren met antibiotica. Dat bleek succesvol te zijn. Later dat jaar werd hem op een conferentie in België gevraagd of hij dacht dat bacteriën sommige maagzweren veroorzaken. Hij verklaarde theatraal dat hij geloofde dat álle maagzweren door bacteriën werden veroorzaakt.Vervolgens werd hij met boe-geroep van het podium gejaagd bij deze en andere wetenschappelijke conferenties. “Het was hun opzet me de mond te snoeren, me uit de gastro-enterologie te werken naar een artsenpraktijk in de Australische rimboe’, zei hij. (Terzijde: gastro-enterologie is de wetenschap die zich bezig houdt met het maag-darm stelsel)
Bron: De knop om. Auteur. John Naisbitt. Uitgeverij: Het Spectrum, Utrecht, 2007.  

Nieuwe uitgangspunten

Het blijkt wel mogelijk te zijn, kijkend naar maatschappelijke trends en al gedane wetenschappelijke ontdekkingen, te duiden wat de uitgangspunten gaan worden voor de geneeskunde van de toekomst.
In die zin blijkt de wetswijziging van Klink een achterhoede gevecht te zijn. Als de reguliere geneeskunde zélf al voor een deel aan de definitie van ‘kwakzalverij’ voldoet, zal een andere weg moeten worden gevonden dan een ‘wetswijziging’. Onderstaande uitgangspunten kunnen daartoe een eerste aanzet bieden.
Bovendien geven ze een aanzet om de vraag te beantwoorden:”Welke criteria kunnen mensen gebruiken om een keuze te maken uit de verschillende soorten geneeskunde: vormen van geneeskunde die zijn gebaseerd op andere paradigma’s/vooronderstellingen?”

1. Geneeskunde is het bevorderen van de gezondheid van mensen, dieren en planten op aarde, de aarde zelf, en het genezen van zieken.
Genezen van zieken en bevorderen van de gezondheid zijn twee kanten van dezelfde medaille.
Een complexere wereld stelt eisen aan de geneeskunde. Geneesmiddelen die ziekten genezen maar tegelijker tijd via de mens in het milieu terecht komen, en daarmee de aarde vervuilen, zullen steeds minder geaccepteerd gaan worden. Immers een vervuilde aarde schaadt de gezondheid van mensen. Het oude paradigma van mensen die de aarde willen beheersen zonder over de consequenties na te denken voldoet niet meer. We hebben onze relatie met de aarde te respecteren. In die zin is de verwachting dat ‘Cradle-to-Cradle’ – geneeskunde de komende jaren opgeld gaat doen.
Een nieuwe productontwikkelingsformule zal dan zijn: een product dat niet alleen bijdraagt aan het welzijn van de cliënt en de gemeenschap maar ook de natuur dient. Producten die de natuur schaden, worden niet meer geaccepteerd.

In die zin kan men ook gaan spreken over systemische geneeskunde. Men kijkt dan naar verdere effecten van het product of de geneeswijze. Zo stelt dr. A. Goswami:”Allopatische methoden, zoals de vaccinatie die we als kind krijgen, verzwakken ons immuunsysteem dusdanig dat we op latere leeftijd vatbaarder worden voor ziekten. Waarom zouden we dergelijke methoden moeten aanvaarden zonder ze ter discussie te stellen?”

Box: tandpasta systemisch bekeken.
De hoeveelheden tandpasta’s die voor kinderen en volwassenen op de markt gebracht worden zijn voorzien van tandbeschermende stoffen. Deze stoffen dragen zorg dat het glazuur bij kinderen, maar ook bij volwassenen, nauwelijks wordt aangetast. Een grote vooruitgang voor heel veel mensen, maar iets wat zo beschermend werkt op het glazuur heeft ook een groot, te groot, neveneffect.
De zuurgraad in de mond is belangrijk om de natuurlijke bacteriële flora in de mond te handhaven. Voor kinderen en volwassenen die suikers eten is tandpasta heel belangrijk om het glazuur te beschermen. Als door foutieve samenstellingen van tandpasta’s de bacteriële flora van de mondslijmvliezen -dienende ter bescherming tegen indringers als bacteriën en virussen, maar zelfs parasieten of schimmels- verandert, loopt iemand gevaar deze indringers in de maag- of darmslijmvliezen op te slaan.
De zuurgraad van de maag, welke eveneens een belangrijke rol speelt in de bescherming tegen deze indringers, is onderhevig aan de samenstelling van het speeksel, welke weer afhankelijk is van de flora in de mond. Wanneer een bacterie- of virusstam via het maagzuur niet onschadelijk wordt gemaakt kan deze zich gaan nestelen in de darmen, waardoor de opname van vetten, koolhydraten, aminozuren (eiwitten), vitaminen en mineralen in de darmen bemoeilijkt wordt.
Gewaarwordingen als maagpijn, buikpijn, gasvorming, kunnen dus als oorzaak een foutieve keuze van tandpasta hebben.
(Bron: the planet times. Artikel ‘geen gras op je tanden’.
www.theplanettimes.com )

2. Er zijn meerdere wegen (zichtbare en niet zichtbare) dan de reguliere weg die heilzaam kunnen zijn voor mensen, dieren, planten (en aarde).
De Westerse geneeskunde is één van de driehonderd verschillende soorten geneeskunde in de wereld. Kortom er zijn ook talloze andere vormen die helpen een zieke te kunnen genezen. Zo is de kruidenkennis van mensen in de Amazone-gebied genezend voor bepaalde aandoeningen en hebben anderen baat van bijv. accupunctuur. Open blijven staan voor andere vormen van geneeskunst zal belangrijker worden zeker als deze vormen ook nog eens bijdragen aan uitgangspunt 1.

De medische wetenschap zou zich, net als bijv. in de fysica het geval is, de houding dienen aan te meten dat de wereld vanuit verschillende theoretische fundamenten te bekijken is. Dan geldt dat je soms vanuit de ene theorie denkt en handelt en soms vanuit een andere theorie. Zulks afhankelijk van het item. Soms is dat denken en handelen vanuit de relativiteitstheorie van Einstein, soms vanuit de klassieke mechanica van Newton en op een ander moment vanuit wat wordt genoemd de kwantummechanica. Kortom een breder genezing- en gezondheidsperspectief is wenselijk.

A. Goswami geeft in zijn boek ‘De Kwantumdokter’ aan dat als er één terrein is dat behoefte heeft aan een breder perspectief dat alle verschillende geneeswijzen omvat dan is dat wel de geneeskunde. De tekortkomingen van de reguliere geneeskunde aanpak zijn al geruime tijd bekend. Hij stelt verder:”De werkwijzen van de reguliere geneeskunde zijn te ingrijpend en kennen te veel nadelige bijwerkingen. En daarbij is de reguliere geneeskunde ook erg duur.“

Dat betekent het stimuleren van intensievere research in geneeswijzen gebaseerd op andere uitgangspunten.  Bedenk daarbij ook dat wat wel/niet wordt onderzocht vanuit de wetenschap afhankelijk is van het bewustzijn van de wetenschapper. Oogkleppen worden daarbij vaak aangeleerd zoals Bruce Lipton het ooit stelde:

”Mijn collega’s en ik trainden onze studenten erin de aanspraken op genezing die aan accupunctuur, chiropraxie, massagetherapie, gebed etc. werden toegeschreven te negeren. We gingen zelfs nog verder. We deden deze praktijken af als holle frasen van charlatans, omdat we waren gekluisterd aan de overtuigingen van vroegere Newtoniaanse fysica (lees: oude manieren van denken en handelen in de natuurkunde vanuit een materieel tastbaar kader).”

3. Geneeskunde staat voor het empirisch toetsen én certificeren van wegen die heilzaam zijn voor (individuele) mensen, dieren, planten en de aarde als planeet.
Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden, luidt een oud gezegde. De materie- georiënteerde Westerse geneeskunde is, zoals reeds aangegeven bij een vorig uitgangspunt, één van die wegen.

Het is belangrijk te beseffen dat de Westerse geneeskunde ons veel geschonken heeft maar tegelijkertijd zijn grenzen heeft. Er bestaat bijvoorbeeld in de reguliere geneeskunde géén model voor de behandeling van de meest chronische kwalen en degeneratieziekten (voor de meeste aandoeningen binnen deze categorie biedt noch de infectietheorie noch iemands genetische aanleg een afdoende verklaring). Men kan zich serieus afvragen of dergelijke modellen binnen de reguliere geneeskunst kunnen worden gevonden.

Andere benaderingen gebaseerd op andere uitgangspunten kunnen eveneens heilzaam zijn. Het is ook belangrijk om op verschillende niveaus in de samenleving besef te creëren dat de huidige Westerse geneeskunde niet als geneeskunde moet worden gezien. Ook op nationaal niveau, bij betrokken Ministeries en andere relevante instituten. Anders krijgen we (of versterken we) een regulier-medisch fundamentalisme. Dat maakt ons blind voor mogelijk heilzamere wegen bij bepaalde aandoeningen.

Ook dergelijke benaderingen, hoe vreemd ze soms ook kunnen zijn in onze ogen, dienen ondersteund te worden door reguliere instituten en te worden gestimuleerd tot verdere toetsing én certificering.

4. Een therapie kan zowel algemeen zijn als uniek/individu-gebonden. Het is het (lange termijn) resultaat dat telt.
Vele geneesmiddelen werken voor veel mensen. Een griepprik kan vele beschermen tegen een bepaalde griepvorm of in een ander kader: het rechtzetten van bepaalde wervels kan via een bepaald protocol verlopen.
Tegelijkertijd kan hetzelfde protocol ‘tailormade’ worden gemaakt voor een patiënt. Of weer terug naar geneesmiddelen: elke patiënt kan een aangepaste dosering krijgen (en daardoor ’tailormade’) van een universeel geneesmiddel.
In die zin is er tegenwoordig sprake van farmaco-specifieke zorg waarbij specifiek wordt gekeken naar problemen als gevolg van medicatie op individueel niveau.

Van belang is daarbij te kijken naar de langere termijn. Hoe werkt een behandeling of geneesmiddel door in de loop der jaren? Van sommige middelen word je soms eerst een beetje zieker of krijg je meer pijn maar op de langere termijn word je er juist sterker van. Eigenlijk stelt dit uitgangspunt eveneens dat louter symptoombestrijding d.m.v. een snel werkend pilletje op de korte termijn niet de belangrijkste weg is in de geneeskunde.

5. Wat voor één specifieke patiënt (dier, plant) heilzaam is, hoeft dat niet op grote schaal voor een bevolking/hele populatie te zijn.
Een van de beperkingen van de medische wetenschap is dat ze veel werkt op basis van statistieken. Het categoriseren/diagnosticeren van cliëntproblemen in termen van veel voorkomende (statistische) gevallen waarvoor een standaardprotocol aanwezig is, dat vervolgens uniform van toepassing wordt verklaard. Maar mensen die niet in dat standaardprotocol passen, zijn daar niet mee geholpen.

Analoog aan het voorgaande uitgangspunt wijs ik hier op een trend van statistische gemiddelden naar meer aandacht voor individuele casuïstiek. In die zin stelt dit postulaat/uitgangspunt het omgedraaide van uitgangspunt 4 voor.

Je kunt denken van het algemene naar het specifieke maar ook omgedraaid. Dit is een uniek individu. Wat is uniek m.b.t. zijn/haar ziektebeeld/gezondheidstoestand? Wat veroorzaakt wat? Is er sprake van een specifieke, voor deze persoon kenmerkende, oorzakenketen die leidt tot deze gezondheidstoestand? En wat is de unieke wijze van genezen die bij hem/haar past? Daarbij het besef hebbend dat sommige geneeswijzen of middelen die algemeen voorgeschreven zijn juist een averechtse werking hebben op juist die ene patiënt met zijn unieke kenmerken.

6. Het is juister om in de geneeskunde te stellen: mensen hebben een kwantum mechanisch lichaam.
Er zijn diverse formules in de natuurkunde die aangeven dat materie energie is en vice versa uiteraard.
Vele van die formules komen voort uit wat in de natuurkunde de kwantumfysica wordt genoemd.

De kwantummechanica laat zien door middel van diverse experimenten dat de wijze waarop iets gemeten wordt, bepaalt wat het resultaat is. Van licht is bekend dat het waargenomen kan worden als afzonderlijke lichtdeeltjes (lichtquanta) maar ook als een wat wordt noemt waarschijnlijkheidsgolf. De wijze van meten bepaalt daarbij of een deeltje of een golf wordt waargenomen. Beiden tegelijkertijd kan niet. Echter, hoe groter en zwaarder een object, des te moeilijker wordt het de kwantummechanische afwijkingen van de gewone ‘klassieke’ bewegingen nog vast te stellen. Maar dat wil niet zeggen dat deze kwantummechanische verschijnselen er niet zijn.

Box: De ontdekking van Werner Heisenberg
Diverse eigenschappen van kleine deeltjes, zoals de genoemde lichtdeeltjes, kunnen niet gelijktijdig scherp worden bepaald. Neem de snelheid van een deeltje en zijn positie in de ruimte bijvoorbeeld. Men kan de snelheid van een deeltje heel precies meten, maar dan weet je niet meer precies waar het zit, of men bepaalt zijn plaats heel precies, maar dan is de snelheid niet goed meer gedefinieerd. Dit wordt de onzekerheidsrelatie van Heisenberg genoemd. 

De Kopenhaagse interpretatie.
Een ander belangrijk aspect van de kwantummechanica wordt de Kopenhaagse interpretatie genoemd. Dat stelt botweg:
1. Er is geen realiteit als er geen waarneming is.
2. Waarneming schept realiteit.

De Kopenhaagse interpretatie stelt in feite dat deze in ALLE mogelijke experimentele situaties van belang is. Dit wordt gezien als een van de belangrijkste uitspraken in de geschiedenis van de wetenschap. Kwantum fysica vervangt het klassieke Newtoniaanse denken niet maar omvat deze.

Als men zegt dat de Kopenhaagse interpretatie in alle situaties van belang is, stelt men eigenlijk dat ‘bewust-zijn’ de spil is waar alles om draait. Immers waar jij je van bewust bent, bepaalt wat je waarneemt. In het voorbeeld van het lichtdeeltje. Ben ik me bewust van het feit dat licht een deeltje is, dan neem ik dat waar. Idem als ik me bewust ben dat licht een golf is, dan neem ik een golf waar. Het is een beetje te vergelijken met een bekende tekening waarin de ene een jonge vrouw ziet en een ander een oudere vrouw. Het is onmogelijk beiden tegelijk waar te nemen.  De bekende natuurkundige Eugene Wigler stelt in dit kader dat ons bewustzijn de wereld verandert. Een ander bewustzijn leidt tot andere waarnemingen.

Terzijde: in dat kader maakte de eminente psycholoog Carl Gustav Jung een interessante opmerking over het begrip ego. Hij stelde eens dat iemand ego niet groot genoeg kon zijn. Hij zag het ego als het ‘centrum van het bewustzijn’. Dus hoe meer ego hoe meer bewustzijn. Maar ook in de zin van ‘waar ben je je bewust van?’

Box: over energie en lichaam
In 1992 hebben de artsen Jean-Claude Darras en Pierre de Vernejoul, in het kader van een onderzoek met 300 proefpersonen radioactieve tracers in accupunctuurpunten ingespoten. Duidelijk waarneembaaar volgende ze de weg van de traditionele Chinese Meridianen. Ook bleek er overeenstemming te zijn met de ouden leer dat in een gezond lichaam een correlatie is tussen energiestromen en dagelijkse bioritmen.

Kwantummechanische nonlokaliteit en geneeskunde
Een bizarre ontdekking in de kwantummechanica is die van de non-lokaliteit. Men noemt een effect lokaal, wanneer een oorzaak op afstand niet meteen een gevolg heeft.
Bij een non-lokaal fenomeen is het effect daarentegen ‘overal’ onmiddellijk aanwezig. Met andere woorden als een deeltje ergens in de ruimte wordt veranderd, heeft dit tegelijk effect op een ander deeltje waar zich dat ook bevindt. Afstand doet er niet toe.

Box: Epigenetica en nonlokaliteit
Epigenetica is een vrij nieuw domein in de genetica. Het is de studie van omkeerbare erfelijke veranderingen zonder de opbouw van het DNA te veranderen. Genen die ver uit elkaar liggen, blijken elkaar toch beïnvloeden. Een kwantummechanisch verschijnsel.

Het groeiende wetenschappelijke inzicht dat kwantumfysische nonlokaliteit zich uitstrekt tot de macrokosmische wereld en bovendien een intrinsieke eigenschap is van alle bewustzijn, vertegenwoordigt een revolutie. Een recent experiment van een Oostenrijks onderzoeksteam onder leiding van Markus Aspelmeyer en Anton Zeilinger vertegenwoordigde een gigantische stap voorwaarts in de wetenschappelijke validatie van dit concept. De resultaten van dit baanbrekende experiment werden april 2007 geopenbaard.

Het experiment was er op gericht om te bepalen of er zoiets als een ‘objectieve werkelijkheid’ bestaat. De tot nu toe algemene veronderstelling dat de dingen zijn zoals we ze aantreffen, en dat ze ook concreet bestaan vóórdat ze worden gemeten, werd door Aspelmeyer en Zeilinger getest door middel van een ingenieus kwantumexperiment. Ze creëerden verstrengelde paren fotonen – waarvan de partners dus non-lokaal met elkaar waren verbonden – en maten de gerichtheid van hun electromagnetische velden.
Ze ontdekten dat alleen al de AANNAME dat deze fotonen een specifieke gerichtheid zouden hebben voordat ze worden gemeten, maakte dat de resultaten niet overeenkwamen met wat normaal gesproken mocht worden verwacht.

Wat betekenen deze kwantummechanische inzichten voor de geneeskunde?
Voor de geneeskunde betekent dit in essentie dat het bewustzijn van de geneeskundige/de arts, gecombineerd met de wijze van meten van de gezondheid van een patiënt, een direct effect heeft op de gezondheid van diezelfde patiënt. Niet voor niets nodigde de arts Andrew Weil al in 1983 zijn vakbroeders uit om zich te verdiepen in de kwantumfysica als richtlijn voor de manier waarop het bewustzijn in geneeskunde kon worden geïntroduceerd.

7.  Geneeskunst, of genezing, omvat zowel materiële als energetische geneeswijzen waarbij een dieper ‘iets’ voorondersteld mag worden.

Op kwantumniveau komen materie en energie tot stand uit ‘iets’ dat noch materie noch energie is. De eerder genoemde natuurkundige Heisenberg, een van de mensen die aan de basis van de kwantumfysica stonden, omschreef dit iets als een merkwaardig soort fysische realiteit, precies midden tussen mogelijkheid en werkelijkheid. De geneeskunde is nog steeds weigerachtig het kwantumgebied te betreden ook al hebben diverse experimenten de poort naar praktische toepassingen geopend.

Als we over enige decennia terugkijken, hebben we misschien te maken met een nieuwe vorm van wetenschappelijke kennis. Een die de experimentele kant daarvan combineert met andere vormen van Weten. Bij dit Weten kan men denken aan bijv. schouwende vermogens van geestelijk ver ontwikkelde mensen maar ook aan een hoog ontwikkelde intuïtie die bepaalde experts bezitten.  Sommigen noemen dit het supramentale niveau.

Tot slot
De vraag kan terecht gesteld worden of op basis van de meer materialistische uitgangspunten van het reguliere medische model men nog wel in staat is nieuwe vormen van ziekten (bijv. als gevolg van al maar snellere DNA-mutaties in virussen en bacteriën) te genezen. Dat is geen wilde fantasie. Aan het einde van de jaren ’80 van de vorige eeuw werd door de bioloog John Cairns e.a. ontdekt dat bacteriën die verhongeren opzettelijk hun mutatiesnelheid verhogen zodat ze transformeren in een soort waarvoor wel voldoende voedsel te vinden is. Het is zelfs niet vreemd om in zijn algemeenheid te stellen dat snel veranderende omgevingen snellere mutaties veroorzaken. We hebben als mensen geen benul wat we op dat niveau met onze vervuilingen in het milieu aanrichten en daarmee nieuwe bedreigingen creëren voor onze eigen gezondheid. Problemen zoals milieuvervuiling zullen ook de geneeskunde niet onberoerd laten.

Bovenstaande uitgangspunten zijn een uitdrukking van meerdere ontwikkelingen, zowel maatschappelijk als wetenschappelijk die al wel bekend zijn maar niet systematisch worden onderwezen en geïmplementeerd. Ik ben de mening toegedaan dat de reguliere geneeskunst, zonder integratie van deze uitgangspunten, geleidelijk aan steeds meer aan gezag én effectiviteit zal inboeten. 

Max Herold
mei, 2010

Bronnen/Meer weten?
Broeder Ezel. Auteur. A.J. Dunning. Uitgeverij Meulenhof, Amsterdam, 1981
Dit boek laat de betrekkelijkheid zien van wet wel en wat niet genezen kan worden maar ook hoe de huidige geneeskunde vastzit aan haar geschiedenis in haar denken en handelen en, last but not least, vastzit aan farmaceutische bedrijven.

Broeder ezel
A.J. Dunning

De kwamtumdokter: de nieuwe wetenschap van gezondheid en genezing. Auteur: A, Goswami. Uitgeverij Servire, Utrecht, 2004.
Dit boek laat zien hoe schijnbaar verschillende methoden als ayurveda, homeopathie en accupunctuur kunnen worden samengebracht in een overkoepelend systeem: een wetenschappelijke én spirituele geneeskunst op basis van bewustzijn, biologie en creativiteit. De kwantum dokter
De kwantum dokter
Amit Goswami

De biologie van de overtuiging. Auteur: Bruce Lipton. Uitgeverij Ankh Hermes, Deventer, 2007
Dit boek laat zien dat het subjectieve doorslaggevender blijkt te zijn dan het objectieve. Mensen zijn/bestaan uit cellen, die kunnen ‘denken’ en beïnvloed en gevormd worden door het subtiele (energie of Geest). De auteur is celbioloog; in een uitvoerige en breedvoerige beschouwing laat hij zien hoe de mens niet een product is van deterministische en mechanistische ontwikkelingen. Consequentie van zijn visie is: positief denken en onzichtbare energieën (zoals in alternatieve geneeswijzen) kunnen een mens fundamenteel bepalen en veranderen. Ook al is de invloed van de geest op het lichaam evident, meestal is men in de wetenschap hier uitermate sceptisch. Voor mensen die zich interesseren voor nieuwe wegen binnen de wetenschap.
De biologie van de overtuiging
De biologie van de overtuiging
Lipton, B. & Lipton, B.H.

Het veld. Auteur: Lyn McTaggart. Uitgeverij Ankh Hermes, Deventer, 2004.
Dit boek beschrijft onder andere enkele unieke medische (en kwantummechanische), wetenschappelijke, experimenten welke nog geen expliciet deel zijn gaan uitmaken van de medische vakgroep.

Het Veld
Het Veld
Lynne MacTaggart

Genezing komt van binnen uit. Auteur: Andrew Weil. Uitgeverij Het Spectrum, Houten, 1999.
Andrew Weil maakt in dit intrigerende boek een ronde langs de meest uiteenlopende geneeswijzen. Hij maakt daarbij duidelijk hoe je je gezondheid het beste kan waarborgen. Hij doet dat op zijn eigen unieke wijze, daarbij puttend uit zijn grote ervaring als arts.
Maar hoeveel therpieen er ook zijn: genezing komt uiteindelijk van binnen, niet van buiten, aldus Andrew Weil. Omdat ieder lichaam anders is, heeft het bij een ziekte of aandoening zin vooral ook zelf te kijken welke medische behandelingen, genees- en voedingsmiddelen het herstel kunnen bespoedigen en welke therapieen het genezingsproces dwarsbomen.

Genezing komt van binnenuit
Genezing komt van binnenuit
Andrew Weil

De knop om. Auteur. John Naisbitt. Uitgeverij: Het Spectrum, Utrecht, 2007.  
In 1982 voorspelde John Naisbitt in zijn boek ‘Megatrends’ hoe de wereld er in het jaar 2000 uit zou zien, op basis van elf inzichten. In ‘De knop om’ onthult Naisbitt deze inzichten en laat hij zien hoe u vrijer kunt denken en beter kunt anticiperen op de mogelijkheden van de toekomst.
‘De knop om’ biedt u de mogelijkheid om verder te kijken dan nieuwsfeiten, politieke slogans en persoonlijke overtuigingen. Leer hoe u de enorme hoeveelheid informatie beter kunt beoordelen en kiezen wat voor u persoonlijk én zakelijk het beste is. Zie:
http://www.managementboek.nl/boek/9789027445773/de_knop_om_john_naisbitt?affiliate=1910

Illich, I., Grenzen aan de geneeskunde, Het Wereldvenster, Baarn, 1979