Iedere (sub)cultuur zijn eigen neojaren ’60.

De Brown University in Rhode Island is een van de acht Ivy League universiteiten. Een voorbeeld van wat zich op veel plekken afspeelt in de wereld. Elk wit standbeeld is er inmiddels een teveel. Nu is het de Stoïcijn Marcus Aurelius van 1500 jaar geleden die er als standbeeld niet hoort te staan. Het volgende doel zullen wellicht de Griekse witte standbeelden van Zeus, Apollo en Poseidon gaan worden.

Een soort neojaren ’60 lijken het wel. Zelfde mechanismen, zelfde dichotome, absolutistische ideologie-expressie en bijbehorende steeds extremere filering van alles wat maar iets afwijkt van Dé (eigen) Ideologie, Dé (eigen) Waarheid. Het verschil is dat ze de uptime muziek, economische groeicijfers en bijbehorende sfeer van de jaren ’60 een beetje missen.

Maar tegelijkertijd gaan, en dat is positief, veel groepen nu wel door hun eigen ‘liberaliserende’ jaren ’60 processen heen. En dat is in psychologische zin ook logisch nu grootschalige expressie en invloedsmogelijkheden voor menige groep, met welk identiteitslabel dan ook, makkelijker zijn geworden via organiseren door middel van sociale media en andere nieuwe technologieën die de laatste 15 jaar het licht hebben gezien en nog gaan komen. Technologie als emancipatie-enabler.
Daarbij lijkt het op een culturele dóórontwikkelingsfase, voor velen met diverse dichotome achtergrondinterpretaties (dogmatisch religieus, of anderszins ideologisch), met alle spanningen van dien. Alsof ze nog voorafgaand aan de jaren ’60 leven, en dit als culturele transitie gaan meemaken. En toch, helaas voor de conservatievelingen die dit niet wensen, zet je maar schrap. Er zal geen ontkomen aan zijn op plekken in de wereld waar internet en sociale media hun ingang hebben gevonden. Een neojaren ’60 beleving als metafoor en collectief cultureel bevrijdend ontwikkelfaseconcept.

Daarna gaan we wel weer eens kijken wat de laatkomers gaan doen als ze meer ‘pluche’-mogelijkheden krijgen. Menig jaren ’60 universitaire student-gangmaker was erger dan diens voorgangers toen ze op management en topfuncties kwamen. Het waren Mini Mao’s en Castro’s. Niet ‘De meeste mensen deugen’ types zoals Rutger Bregman deze beschrijft. Velen bleken ‘meelifters/gebruikers’ van een ideologie te zijn….met dezelfde leiderschapstijl zoals menig (over)heersachtig religieus leider, demagoog of keizer voor hun was die op vergelijkbare posities zat. Ergens ook wel weer begrijpelijk. Je weet niet beter dan dat je in je leven hebt gedacht deze posities te zien respectievelijk hoe je mensen op dergelijke posities hebt ‘geïnterpeteerd’.

Het heeft mogelijk ook te maken met het systeem van klassiek organisatievormdenken waar een ieder mee is grootgebracht, met het bijbehorende top-down leiderschapsdenken. Dat klassieke organisatievormdenken, welk zich vooral uit in bureaucratisch, imago en regelgestuurd denken, staat nu wel door alle nieuwe social media en andere zich aandienen nieuwe technologieën onder druk. Sociale media en andere nieuwe technologie als ‘disruptive technology’ voor politiek, overheidssturen maar ook voor klassieke achterkamertjespolitiek en lobbymechanismen. Het is de keerzijde van Zuboff’s ‘Surveillance Kapitalisme’ en alle daarbijbehorende controlemogelijkheden, die eigenlijk een uitbouw zijn van klassieke verticale Weberiaanse organisatorische beheersing.

Maar juist in dat netwerkorganiseren via nieuwe technologieën, dat grootschalige horizontale organiseren en dito horizontaal-kennisdemocratische beleidsontwikkelingspocessen hebben we nog wel wat te leren met zijn allen. Dat is de ‘new kid on the Block’.En dat láátste is de echte nieuwe revolutie in dit en komend decennium die zich in de onderstroom aftekent. Niet meer bruin en minder wit, meer vrouw, LHBTI en minder man, een zwarte piet meer of minder, je complexen projecteren op witte mannen of een standbeeld van de Stoïcijn Marcus Aurelius. Dat zijn slechts symptoomverschijnselen van meer wezenlijke onderstroomontwikkelingen door nieuwe technologie mogelijk gemaakt.

Max Herold
November 2020