Van kennismanagement naar wijsheidmanagement.

Waar is de wijsheid die we in kennis zijn verloren?
Waar is de kennis die we in informatie zijn verloren?
T.S. Eliot, Koorzangen uit ‘The Rock’.

Het was tijdens het lezen van het boek 'the mysterie of capital' van Hernando de Soto dat mijn ogen een tijdje bleven rusten op de bovenstaande zinnen. Ik las ze nog eens op mijn gemak en liet ze dieper tot me doordringen. De afgelopen jaren was ik regelmatig bezig geweest met zaken als informatie en kennismanagement, en de relaties daartussen, maar bovenstaande vragen van T.S. Eliot gaven een nieuwe invulling.

Over informatie naar kennismanagement.
Regelmatig vroeg ik in workshops:
“Met welke informatie krijgen jullie te maken in je werk? Of ‘wat voor (soort) informatie verwerk je in je werk om resultaten te krijgen?
En ‘welke kennis (vaardigheden) dien je te bezitten om die informatie te kunnen verwerken?’
Nu is zeker de eerste vraag geen typische informatie-managementvraag zoals die in de boekjes staat, maar om een discussie te starten richting kennismanagement werkte hij best aardig.

Edoch een vraag als…..waar is de kennis die we in de informatie zijn verloren? Die was nog nooit in me opgekomen. Het is een vraag die impliceert dat de informatie die we tot ons nemen nieuwe of diepere kennisvelden kan ontsluiten?
Of een andere formulering?
Welke kennis (vaardigheden) zijn we verloren door met de informatie om te gaan zoals we er mee omgaan?
Allemaal vragen die je er toe aanzetten het kennispotentieel (te ontwikkelen kennis) te kunnen zien en vinden die in de informatie verborgen zit.

Maar hoe kun je zien wat je (nog) niet ziet? Misschien zit het antwoord in bijgevoegde verhaaltjes.

Aan de grote Duitse dichter Rilke werd eens gevraagd door een jongeman wat hij moest doen om net zo’n groot dichter te worden waarop Rilke antwoordde:”Ga naar de dierentuin naar een olifant kijken en blijf net zolang kijken totdat je ‘m ziet?

Of een ander verhaal van een biologiestudent die van zijn mentor de opdracht kreeg om een stukje vissenhuid te beschrijven. Na drie uur gekeken te hebben en op papier te hebben gezet wat hij zag, meldde hij zijn resultaten bij de desbetreffende professor. Deze schudde met zijn hoofd en verwees de jongeman terug naar de tafel. Na opnieuw uren gekeken te hebben en weer nieuwe dingen gezien te hebben, meldde hij weer aan de professor wat hij had gezien. Deze was weer niet tevreden. Opnieuw terug aan de tafel zat de jongen drie dagen het stukje huid drie dagen te bestuderen. Zijn resultaten daarna terugmeldend aan zijn begeleider gaven bij deze pas een blik van tevredenheid.

Ooit was er een goeroe aan het einde van zijn leven die een opvolger zocht.
De eerste persoon die hij testte was een jongeman. Toen deze op de plaats van de goeroe ging zitten en mensen in het publiek vragen gingen stellen, zag hij de antwoorden in een wolk achter in de zaal verschijnen. Een beetje verontwaardigd werd hij daardoor omdat dit maakte dat hij vond dat zijn goeroe helemaal geen goeroe was. Zijn nonverbale communicatie sprak boekdelen en dit was gelijk het einde van de test.
De tweede persoon die op de plek ging zitten en de wolk met antwoorden zag, vond het eigenlijk wel een relaxed baantje maar ook die houding betekende het einde van zijn test.
De derde persoon was een vrouw. Toen zij op de plek van de goeroe ging zitten en de wolk met antwoorden zag, kwam er een blik van verwondering. “Welke vraag zou nog niet gesteld zijn?” Zij werd degene die de goeroe opvolgde.

Van kennismanagement naar wijsheidsmanagement.
Daar rest nog die geweldige laatste vraag van Eliot:”Waar is de wijsheid die we in kennis zijn verloren”?
Er bestaan intelligente mensen die heel dwaas zijn, maar er bestaan geen domme wijzen.
We hebben een enorme hoeveelheid kennis opgebouwd in de loop van de decennia maar zijn we ook wijzer geworden? Of misschien beter geformuleerd ‘zijn we ook wijzer gaan handelen?’

Wanneer noemen we iemand wijs? Iedereen heeft daar wel enkele voorbeelden van in zijn omgeving. Wijsheid heeft met meer te maken dan met alleen intelligentie. Doorgaans zie je een toenemend innerlijk evenwicht door een emotionele ontwikkeling. Er is sprake van diepgang.
Ik herinner me in het eerste bedrijf waar ik werkte als medewerker Personeelzaken (Bosch Verpakkingsmachines BV) een bedrijfsleider die door iedereen als wijs werd beschouwd. De man combineerde een hoog ethisch gehalte, ‘kaliber’, overzicht, inzicht, rust en menselijke waarde met elkaar. Daarbij bezat hij een uitstekend relativeringsvermogen gecombineerd met eenvoud. Je voelde dat hij ‘in connectie’ was met zichzelf, zijn vak als manager en met zijn omgeving.  Wat de man ook zei. Het was altijd evenwichtig en hielp een situatie weer in balans te komen. De kwalificatie ‘evenwichtig in verbeteringen’ was daarbij ook van toepassing.

De meeste mensen weten dat informatie geen wijsheid is. Ze weten ook dat kennis geen wijsheid is.
Wijsheid is het heilzaam, deugdzaam en ethisch gebruik van kennis. Het is informatie en kennis ‘geïmpregneerd’ met hogere doelen en principes o.a. voortkomend uit en verbonden met ethiek en ecologisch aardebewustzijn.
Wijsheid impliceert vaak moed en nederigheid om vanuit die hogere doelen en principes te leven.
Op een bepaalde manier wordt je kennis minder als je wijsheid groeit. Zoals Socrates als eens zei:”Ik weet dat ik niet veel weet.”
Wijsheid leert ons mensen (en hun verschillen) te respecteren. Wijsheid heeft veel meer raakvlakken met morele autoriteit dan met formele autoriteit.

Wijsheidsmanagement: vier eerste kenmerken.
Meer algemeen kunnen deze opmerkingen over wijsheidsmanagement kunnen worden geconcretiseerd in een viertal kenmerken. Dit zonder volledig te willen of kunnen zijn.

1. Het grote verband kunnen zien.
Met het grote verband bedoel ik een totaal iets kunnen waarnemen en doorvoelen door interactieve patronen van de delen te begrijpen. Zo zien we vaak dat politici en ‘experts’ problemen juist verergeren doordat ze niet zien wat de gevolgen van hun handelen zijn. Ze hebben geen gevoel voor ‘oorzaken achter oorzaken en gevolgen van gevolgen’. Kortom samenhangen tussen handelingen en elementen.

Business has become the most powerful institution on the planet. The dominant institution in any society needs to take responsibility for the whole. But business has not had such a tradition. This is a new role, not well understood or accepted…..So business has to adopt a tradition it has never had throughout the entire history of capitalism: to share the responsibility for the whole. Every decision that is made, must be viewed in light of that responsibility.
Willis Harmon – co founder of the World Business Academy

2. Duurzaam respectvol omgaan met de gemeenschap én de natuur.
Het grotere verband kunnen zien maakt ook dat je gevoel hebt voor de samenhang tussen wat je doet, de gemeenschap en de natuur. Het was oud wielrenner en zakenman Rini Wagtmans die me hierop eens attendeerde en zei dat deze gedachte mede leidend was bij alles wat hij deed. ”Als in de productontwikkeling wordt verdisconteerd dat het product op de een of andere wijze een bijdrage levert aan de natuur én de menselijke gemeenschapszin, slaagt het altijd”, zei hij.

Het categorische imperatief.
Immanuel Kant, de bekende filosoof, vond een handeling alleen toelaatbaar wanneer de regel waarop die handeling is gebaseerd door iedereen gevolgd kan worden. Dit criterium van toelaatbaarheid noemde hij de 'categorisch imperatief'. Dat betekent letterlijk: het onvoorwaardelijke gebod, het gebod waar alle menselijk handelen aan moet voldoen. Met behulp daarvan kun je altijd nagaan of een handeling toelaatbaar is. Daartoe stel je je voor wat er zou gebeuren als iedereen de regel, waarop de handeling is gebaseerd, altijd en als het ware noodgedwongen moet volgen.
Uit: 'geluk en wijsheid voor beginners' van Jos Kessels

3. constructief relativisme.
Misschien is dit punt het beste te duiden door aan te geven wat constructief relativisme niet is? Lees eens onderstaande tekst.

 "De protestanten wezen de kerk als medium van openbaring echter af; de waarheid was uitsluitend te vinden in de bijbel die ieder voor zich kon interpreteren. Als de interpretaties uiteenliepen was er geen door Gods aangewezen gezag dat een uitspraak zou doen…………De gevolgen van deze verandering waren enorm. Men kon de Waarheid niet langer vinden door een autoriteit te raadplegen, maar alleen door in zichzelf te keren. Al snel ontwikkelde zich op politiek gebied een tendens tot anarchie, en op religieus gebied tot mystiek, twee neigingen die altijd al moeilijk in te passen waren geweest in het raamwerk van de katholieke orthodoxie.
Er onstond niet één protestantisme, maar een veelheid aan sekten; niet één filosofie plaatste zich tegenover de scholastiek, maar evenzoveel filosofieën als er filosofen waren………Het gevolg was, zowel in het denken als in de literatuur, een steeds verder voortwoekerend subjectivisme, dat zich aanvankelijk voordeed als een weldadige bevrijding uit geestelijke slavernij, maar zich steeds verder ontwikkelde tot een persoonlijk isolement dat nadelig was voor de gezondheid van de gemeenschap."
Uit: 'Geschiedenis van de Westerse filosofie' van Bertrant Russell

Kortom met constructief relativisme bedoel ik geen voortwoekerend subjectivisme of een relativisme dat passief maakt in de zin van ‘lui’ maar juist het tegenovergestelde: onthecht en betrokken tegelijkertijd.
 
4. Last but not least: zelfkennis/contact met jezelf.
"Dienstbaarheid zonder zelfkennis en zelfvertrouwen ontaardt in opoffering en uitputting. En daar zit niemand op te wachten."
– Daniel Ofman

Bovenstaande drie punten zijn natuurlijk de moeite waard maar jezelf kennen en begrijpen, voor zover dat kan is minstens zo belangrijk. Waar ben je gevoelig voor? Waar liggen je grenzen? Ben je een slaaf van kennis (van anderen) zodanig dat je jezelf daarin verliest? Heb je nog wel contact met je eigen ik-kern? Dat deel van jezelf dat tijdloos is. Het stabiele punt in jezelf waar je altijd op kunt terugvallen. Vele mensen hebben een relatie daarmee niet afdoende ontwikkeld en beginnen er ook vaak niet eens aan, bang voor wat mogelijk naar boven kan komen.

Toch leert de ervaring dat je hier niet altijd voor kunt vluchten, en dat is maar goed ook. Vroeg of laat klopt je onbewuste aan de deur van je bewustzijn met de opmerking ‘Hé, ik ben er ook nog? Wanneer ga je eens samenwerken met de inhoud die in mijn verscholen zit en die je niet wilt zien?” Gaan mensen op zulke momenten luisteren naar zichzelf, en blijven ze dat doen, dan wordt dat een pad waardoor vroeg of laat ook de eerste drie genoemde punten in meerdere of mindere mate een deel van hun leven gaan uitmaken. Met andere woorden het in zich zelf keren wordt deel van en tevens uitdrukking van een respectvolle en constructief relativerende verbinding met de buitenwereld.  Misschien is dát waar het protestantisme écht voor bedoeld had moeten zijn?
 
Tot slot…..
Een prachtig citaat uit The New Psychology van Charles F. Haanel.
When the history of the world and of institutions, societies, communities, families and individuals is finally written, the dominant theme will be the degree to which people have lived not by their socialized conscience but by their divine conscience. That is the innate, intuitive wisdom contained in the principles of natural laws that are taught in all the major religions and enduring philosophies of the world. It won’t be the geopolitics, economics, governments, wars, social culture, art, education or churches. The moral or spiritual dimension – how true people and institutions are to universal, timeless principles of ‘morality’ – will be the overarching and underlying supreme governing force.

Gebruikte literatuur:
The mystery of capital. Auteur: Soto, H. de. Uitgeverij Basic books, USA, 2003.
The 8-th habit. Auteur: Covey, S.R. Uitg. Simon & Schuster, New York, 2004.
'Geschiedenis van de Westerse filosofie. Auteur: Russell B. Uitgeverij Servire, Amsterdam/Antwerpen, 2006.
Geluk en wijsheid voor beginners. Auteur: Kessels, J. Uitgeverij rainbow Pockets, Amsterdam, 1999.
Hé, ik daar…?! Auteur: Ofman, D. Uitgeverij Servire,Utrecht/Antwerpen, 2007
The New Psychology. Auteur: Haanel C.F. Uitgeverij Kallisti Publishing, Wilker-Barre, PA, 2006.