Als overwinnaar van je lot door het leven!

Arjan Erkel wil als overwinnaar van zijn lot door het leven gaan. Dat gaf hij tijdens een spreekbeurt in mijn woonplaats Brielle onlangs aan als kernachtig motto voor hoe hij na meer dan 600 dagen gegijzeld te zijn in Dagestan in het leven staat. Erkel overtuigde zijn toehoorders dat hij sterker uit zijn ontvoering is gekomen. Inmiddels is hij alweer vier jaar vrij, getrouwd met zijn verloofde van voor de ontvoering en vader van een dochtertje. Hij werkt nu als ondernemer voor een televisiestation dat hij met een paar mensen heeft opgezet als spreekbuis voor maatschappelijke initiatieven. Zijn ervaringen heeft hij in een boek getiteld: “Ontvoerd” beschreven. Onlangs publiceerde Erkel een boek over Samir A., waarin hij een antwoord probeert te vinden op de vraag wat iemand drijft om anderen het recht op vrijheid en een vrije mening, desnoods met geweld,  te ontnemen.

Arjan Erkel werd op 12 augustus 2002 ontvoerd in Dagestan waar hij werkte voor Artsen Zonder Grenzen. Zijn ontvoering trok wereldwijd aandacht. Dagestan is een deelrepubliek van de Russische Federatie in de Noord-Kaukasus. Het ligt naast Tsjetsenië, waar een burgeroorlog aan de gang was tussen voor onafhankelijkheid strijdende Tsjetsenen en de Russische regering die geen onafhankelijkheid toestaat.

Erkel was in februari 2002 juist begonnen als head of mission in Dagestan. In deze functie was hij hoofdverantwoordelijk voor de projecten van Artsen Zonder Grenzen en voor het hoofdkantoor. De dreiging van ontvoering was voortdurend aanwezig. Medewerkers van Artsen Zonder Grenzen werden daar ook op voorbereid. Ontvoeren is in dat gebied een belangrijke inkomstenbron. Voorafgaand aan zijn ontvoering waren er waarschuwingen bij Artsen Zonder Grenzen binnen gekomen en was de staf tot een minimum beperkt. Dat gebeurde overigens wel vaker zonder dat er iets gebeurde. Naar later bleek waren de ontvoerders goed voorbereid. De gangen van Arjan Erkel werden al een maand voor zijn ontvoering nauwgezet gevolgd.

Indrukwekkend is de beschrijving van Erkel over hoe hij zich staande hield te midden van een groep van dertien bewakers die, ter voorkoming van herkenning later, de hele dag met maskers op liepen. Wat hem zeker geholpen heeft is zijn achtergrond als antropoloog, waardoor hij heeft geleerd zicht te verdiepen in andere culturen. Ook hielp het dat hij de Russische taal machtig is, waardoor hij met zijn bewakers kon communiceren. Tevens had hij een lange ervaring met werken in verschillende culturen in probleemsituaties.

Tegenover de rebellen stelde hij zich gaandeweg zelfverzekerder op. Zij gingen ook steeds meer rekening met hem houden. Het lukte hem om met de meeste een relatie op te bouwen.  Arjan kreeg daardoor een zekere mate van sympathie voor de mensen achter de ontvoerders. Door hen te zien als mensen ontstond ondanks de penibele context een dragelijke situatie. Wel moest hij voortdurend op zijn hoede blijven en strategisch blijven denken, want hij besefte heel goed dat ze uiteindelijk als het nodig mocht zijn wel de trekker over zouden halen. Naarmate zijn gevangenschap  langer duurde stelde hij zich steviger op.

Aanvankelijk hield hij zijn opvattingen over bijvoorbeeld geloof, homosexualiteit, de rol van Amerika en joden voor zich als deze indruisten tegen die van zijn moslimbewakers. Hij merkte dat zijn zelfrespect daaronder leed en dat het zijn identiteit en vrijheid onder druk zette. Door zijn opvattingen niet te verloochenen en de discussie aan te gaan verwierf hij respect bij zijn bewakers. In de cultuur van de bewakers was het tonen van zwakte of angst onverstandig.  Het kostte hem weinig moeite zijn agressie in bedwang te houden. Ze mishandelden en vernederden hem. Daarvoor waardeert Erkel hen ook. Immers niets is gemakkelijker dan iemand die het al moeilijk heeft het nog moeilijker te maken.

Erkel beschrijft in zijn boek de ups en downs en zijn manier om te overleven. Hij vertelt over zijn doodsangst, over de regelmatige verwachting van een snelle ontknoping en de teleurstelling als het dan weer niet doorging. Steeds werd de hoop thuis te zijn bij de verjaardag van een van zijn familieleden de grond in geboord. Ook de vele verplaatsingen naar nieuwe locaties.

De meeste tijd bracht hij door hoog in de bergen in een klein kamertje afgescheiden van zijn bewakers, waar hij moest vechten tegen verveling, kou en ongedierte. Boeken die hij wel dertien keer opnieuw las, video’s die hij vele malen opnieuw afdraaide hielden hem op de been. Fysiek hield hij zich in vorm door zichzelf regelmatig op te drukken.

Het relaas van Arjan Erkel geeft weer hoe krachtig hij met de situatie is omgegaan. Het is zelfs een warm en respectvol boek geworden door de manier waarop hij over zijn gijzelnemers vertelt. Erkel schetst hen als menselijk binnen de context waarin hij met ze leeft. Dat is een geestelijke tour de force die veel denkkracht en inlevingsvermogen vraagt. Op enig moment vraagt hij zichzelf af of hij aan het Stockholmsyndroom lijdt. In dat geval sluiten gegijzelden vriendschappen met hun ontvoerders en krijgen zij sympathie voor hun idealen. Arjan Erkel zegt daarover dat hij zeker geen sympathie voor hun idealen heeft gekregen. Wel dat hij het met sommigen goed kan vinden op grond van respect en waardering voor elkaar. Van vriendschap is echter geen sprake.

Trauma’s heeft hij aan zijn gijzeling niet over gehouden. Er gaat echter geen dag voorbij zonder de herinnering! De ontvoering heeft hem wel gehard, maar ook een ander kijk op het leven gegeven. Hij heeft meer oog voor de kleine dingen, zoals mensen om hem heen, stromend water en alleen naar het toilet gaan. Ook is hij geduldiger geworden en laat hij kleine onbetekenende dingen gemakkelijker over hem heengaan. Tevens komt hij meer voor zijn rechten op en ergert hij zich aan mensen die door hun eigen vrijheid te nemen die van anderen beperken. Een fascinerend boek van een fascinerende persoonlijkheid!

Bert van Ravenhorst,
november 2008.