Liefde’s logica II: over filosofie & wetenschap

Deel II van de samenvatting van het boek ‘Liefdes Logica’ van Helena Klitsie.

Enkele passages uit het boek aan elkaar geregen.Ik verwachtte dat ik in de filosofie de wijsheid zou vinden die me de sleutel zou aanreiken achter mijn raadselachtige ervaringen. Waarom dacht ik dat er zoiets was als een Waarheid. De waarheid waarvan? Ik was met mijn twee bijna-doodervaringen op iets gestoten dat me oneindig veel werkelijker voorkwam dan de werkelijkheid waarin ik moest leven. De Oosterse filosofie heeft het me uitgelegd. Voor dergelijke dingen is in de Westerse filosofie weinig plaats.

Over het algemeen bemoeit die zich alleen met de wereld van het verstand. Wat daar boven uit gaat is het transcendente en daarover moeten we zwijgen. Maar juist dáár begint de Oosterse filosfie lekker op gang te komen, en er blijken wel degelijk verstandige dingen over te kunnen worden gezegd.

Het is prachtig om te zien, vooral in India waar het heel duidelijk is wat een religie vermag. God is voor de meeste Indiers in de eerste plaats feest. Ik ben altijd weer verbijsterd over de omvang van de religieuze festivals in India en de moeite en tijd die er aan worden besteed. En dat niet een keer per jaar maar om te haverklap.


Het maakt mensen ook mooi, waardig en verheven boven hun veelal eenvoudige status. Alle ongerechtigdheid, al het vuil, de armoede, ziekte en ellende vallen in het niet bij de gratie en verhevenheid van hun geloof. Het is hun op het gezicht geschreven. Letterlijk en figuurlijk.. Ik las eens hoe een eenvoudige boer op de vraag of hij een geloof had antwoordde: ‘Ik zou wel gek zijn als ik dat niet had.’

Wanneer je over het leven nadenkt is het wel degelijk van belang vanuit welk perspectief je dat bekijkt. Bij mij gaat het er niet in dat ik alleen maar een ‘eindige toevalligheid’ zou zijn. Niet omdat het idee me zo tegenstaat, maar omdat er zoveel aanwijzingen zijn die op het tegendeel duiden. Einstein zei al dat God niet dobbelt. Alles mag dan relatief zijn, chaotisch zelf, maar er moet iets zijn dat zelf ook niet meer relatief is. Dat kan niet anders.

Aristoteles, de filosoof die het woord metafysica uitvond, nam geen God aan. Hij zag het wat abstracter en noemde het absolute de ‘onbewogen beweger’. Een prachtige vondst, die ook meteen de problemen van de metafysica schitterend weergeeft. Alles wat je over het absolute zegt is zelf niet meer absoluut en daardoor tegenstrijdig. Dat is het eeuwige probleem van de metafysica: ze spreekt over zaken waar niets over te zeggen valt. Het blijven speculaties.

Daarom is de metafysica maar afgeschaft. Ze voldeed niet aan de regels van de rationaliteit, aan de eisen van de wetenschap. Maar de metafysica is wel degelijk een belangrijk onderdeel van de filosofie. Ze zet je aan het denken over die diepgewortelde intuïtie dat alles één is. Je ziet dat ook terug in de natuurwetenschapen waar men blijft zoeken naar dat eerste deeltje waarop al het andere is terug te voeren. De drang naar de ‘Theory of everything’ zit bij ons ingebakken.

M.b.t. die intuitie gaan de Oosterse en de Westerse filosofie voorgoed uit elkaar. Het is niet zo dat het Westerse weten het belang van de intuitie ontkent, maar het ontkent de mogelijkheid om buiten het verstand en de rede om tot geldige kennis te komen. Kant verklaarde de rationaliteit nog niet als heilig, dat zou pas later komen. Maar het Westerse denken wil sinds Kant het houvast aan de rationaliteit niet loslaten. Bang dat ze gaan zweven, denk ik.

De filosofie doet nu wel een wanhopige poging om tot een fundering van de moraal te komen, maar zonder veel succes. Ze probeert zich te baseren op de rationaliteit, geheel conform de eisen. Maar het is nu juist deze rationaliteit die voor een verval van de moraal heeft gezorgd. Een rationaliteit zonder begrip van het absolute is helemaal niet rationeel.

In het verlengde daarvan is het wetenschappelijke denken amoreel. Het denkt niet na over de consequenties van zijn bevindingen en scheept de mens op met ondraaglijke morele dilemma’s. Zo ondraaglijk dat ze lijken aan te sturen op de volgende revolutie: de mens die weer op zoek gaat naar zijn verloren religie.
Wat is wijsheid? Wijsheid heeft met meer te maken dan met alleen intelligentie. Er bestaan intelligente mensen die heel dwaas zijn, maar er bestaan geen domme wijzen.