Ooit kwam een vrouw bij de bekende Amerikaanse familieteherapeute Virginia Satir met een probleem dat ze met haar man al een jaar of 15 had. De vrouw beklaagde zich over haar man. Hij maakte namelijk zo'n rommel. Als hij 's avonds de slaapkamer opkwam. Dan gooide hij achteloos zijn schoenen op een willekeurige plaats neer en vervolgens de rest gespreid door de kamer.
Er wordt wel eens gezegd:"De bedoeling van je communicatie is het resultaat dat je krijgt". De vrouw had 15 jaar lang op steeds dezelfde manier haar boodschap proberen over te dragen maar met steeds hetzelfde resultaat. Kennelijk geldt dat als je altijd doet wat je altijd deed, je krijgt wat je altijd al kreeg! Hoe vaak hoor je mensen niet zeggen:"Ik heb het je 100 keer gezegd maar je wil gewoon niet luisteren!" We stellen de ander dan verantwoordelijk voor het feit dat wij niet effectief communiceren.
Hoe flexibel zijn wij eigenlijk in onze communicatie? Ja natuurlijk, een bepaalde mate van flexibiliteit hebben we allemaal en vinden we zelfs vanzefsprekend. Als we tegen een Engelsman praten gaan we Engels praten omdat hij ons anders niet begrijpt. En tegen een kind van 3 jaar gaan we ook geen gecompliceerde ambtelijke volzinnen met moeilijke woorden gebruiken. Maar….de wat subtielere nuances zoals in bovenstaand verhaaltje. In hoeverre communiceren we binnen onze eigen taal op dezelfde golflengte als de ander? En wat zijn dan de zaken die de golflengte bepalen?
NLP: een precisiemodel.
NLP: een (communicatie)model dat in de jaren '70 ontstond helpt bij het uitvinden van die subtielere nuances. Het geeft antwoord op de vraag:"Wat is het verschil dat het verschil maakt bij effectieve communicatie. Voor wat betreft communicatie kun je NLP zien als een precisie-model. Je kunt ermee in detail de vinger leren leggen op hoe je precies communiceert of juist miscommuniceert.
Neuro-Lingu?stisch Programmeren (NLP) is een omschrijving die drie idee?n omvat. 'Neuro' staat voor het idee dat alle gedrag voortkomt uit onze neurologische processen van zien, horen, voelen, ruiken en proeven. We ervaren de wereld via onze zintuigen. We doen iets met deze binnenkomende informatie en nemen vervolgens actie. Onze neurologie is de basis voor zowel onze denkprocessen als ook voor onze fysieke reacties op idee?n en gebeurtenissen.
'Lingu?stisch' houdt in dat we taal gebruiken om onze gedachten en gedrag te ordenen en te communiceren met anderen.
'Programmeren' geeft aan dat we onze gedachten en idee?n zo kunnen organiseren dat ze de door ons gewenste resultaten opleveren .
Zintuigen en taalgebruik.
Een van de onderdelen m.b.t. effectieve communicatie binnen NLP die helpen om je beter af te stemmen op een ander is het bewust omgaan met het gedrag dat voortvloeit uit de neurologische processen zien, horen, ruiken, voelen en proeven. We nemen niet alleen de buitenwereld waar via onze zintuigen maar ook in onze binnenwereld, in ons hoofd, werken we met zintuigen. En de wijze waarop we onze zintuigen gebruiken in ons hoofd drukken we via onze taal naar buiten toe uit. Soms denken wij visueel, in beelden en dan zeggen we bijv. dat we iets op een bepaalde manier zien. Op een ander moment denken we auditief, in woorden (geluiden) en zeggen we bijv. zoiets als:"Dat klinkt goed". Op weer een ander moment denken we kinestetisch, als het ware via ons gevoel en bijbehorende bewegingen waarbij we iets kunnen zeggen als:"Dat zit me niet lekker".
Zintuigspecifieke woorden worden in NLP predicaten genoemd. En als je luistert naar die predicaten dan kun je de denkstrategie van de ander horen. Als iemand bijv. zegt:"Als ik zo naar dat probleem kijk dan kun je wel zeggen dat de situatie een heel andere uitstraling krijgt. Zijn denkstrategie is dan: visueel ——> auditief —–> visueel. Als je dan tegen zo'n persoon iets terugzegt dan is het handig om diens denkstrategie te volgen:"Ja, vanuit die optiek bekeken, klinkt me dat ook als muziek in de oren. Het ziet er inderdaad goed uit. Gebruik maken van iemand denkstrategie in een gesprek verhoogt de kans op het overbrengen van een boodschap afgestemd op de golflengte van de ander.
Oogbewegingen.
Denkstrategie?n komen ook naar voren uit de oogbewegingen die iemand maakt. Als iemand met zijn ogen naar boven beweegt dan is hij plaatjes aan het maken in z'n hoofd. Beweegt meer in het midden dan is hij of formuleringen (geluiden) aan het cree?ren of formuleringen (geluiden) aan het herinneren. Beweegt iemand met zijn ogen naar beneden dan zit hij of in zijn gevoel of hij heeft dialoog met zichzelf (dat befaamde kritische stemmetje dat we allemaal in ons hebben). De volgorde van de oogbewegingen geeft dus ook indicaties over het patroon waarop iemand de 'zintuigen' in zijn hoofd gebruikt.
Het effect van de kruimels.
Terug nu naar het verhaaltje met het stokbrood. De vrouw maakte bij haar geestelijke strategie?n waarschijnlijk veel gebruik van het visuele zintuig. Bij de man zal het accent meer op het kinestetische zintuig gelegen hebben. Door de boodschap nu op een meer kinestetische manier over te brengen via de kruimels in het bed, kwam de boodschap over. Had de vrouw weer gezegd:"Zie je dan niet wat je doet", dan had ze geappeleerd aan een zintuigelijk systeem waar de man in de context van het naar bed gaan kennelijk niet zoveel gebruik van maakt. Terwijl ik deze laatste zinnen neertik vraag ik me toch af:"Wat zou de zintuigelijke strategie van de man, dan wel de vrouw, zijn op meer intieme momenten en matchen die elkaar wel?