Wetenschapper op de sofa: hoe te overleven op de universiteit.

Wetenschappers hebben het de laatste jaren niet makkelijk. Er wordt openlijk getwijfeld aan het nut en de betrouwbaarheid van hun onderzoek en er komen regelmatig fraudezaken in het nieuws. Ook nemen de werkdruk en de psychische klachten onder wetenschappers toe. Toch weten we betrekkelijk weinig over ze. Wat voor mensen zijn het eigenlijk? Waar dromen ze van en verlangen ze naar? Hoe gaan ze om met de almaar toenemende stress van de publicatie- en werkdruk? En heel belangrijk: hoe worden ze weer gelukkig en zorgenvrij?

Joeri Tijdink (1981, Universitair docent, Amsterdam UMC – VU/VUmc) doet naast zijn klinische werk als psychiater onderzoek naar de integriteit en de betrouwbaarheid van wetenschappelijk onderzoek en de daarbij behorende publicatiecultuur. Hij is gefascineerd door de emotionele factoren die van invloed zijn op wetenschap en wetenschappelijke carrières.

Meer weten?
Wetenschappers op de sofa: hoe te overleven op de universiteit
Auteur: Joeri Tijdink
Uitgeverij: Vesuvius, 2019 

Als kersverse geneeskunde student dacht Tijdink dat wetenschap saai was. De intellectuele verhandelingen leken vaag, oninteressant, afstotend en het wetenschappelijk taalgebruik bleek langdradig langdradig. Dat veranderde toen hij meet contact kreeg met onderzoekers. Het werkte aanstekelijk waarbij Tijding oog kreeg voor de psychologische kant van wetenschappers en promoveerde op de publicatiecultuur in Nederland. Hij ontdekte ook veel leed bij wetenschappers. Vele maanden en jaren onderzoeken, de lange tijden om iets gepubliceerd te krijgen zijn niet altijd even makkelijk. Naast veel enthousiasme is er ook veel leed. Tegenwoordig is publiceren de hoofdzorg van wetenschappers. ‘Publish or perish’.

Onderzoek heeft laten zien dat bijvoorbeeld bijna een derde van de Amsterdamse promovendi depressieve klachten heeft en dat een derde van de promovendi de kans loopt op het ontwikkelen van een psychiatrische stoornis. Verder dat o.a. bijna een kwart van de Nederlandse biomedische hoogleraren kamt met serieuze burn-outsymptomen. En bij alle faculteiten werken er mensen die dagelijks strijd moeten leveren tegen de intussen structurele kwalen van de eenentwintigste-eeuwse universiteit, zoals daar zijn: publicatiedruk, cynisme, jaloezie en angstcultuur en machtsmisbruik. Wetenschappers zijn ook mensen met alle puberale ruzies, roddels en samenwerkingsconflicten die daarbij horen. 

Veel beginnende wetenschappers hebben geen benul van het reilen en zeilen op een universiteit. Laten we eerst even de hiërarchische academische piramide zien van hoog naar laag waarbij de ‘dean’ op de hoogste trede staat.

  1. Dean
  2. Head of Department
  3. Full professor
  4. Associate professor
  5. Assistent professor
  6. Postdoc
  7. PhD student
  8. Research assistent
  9. Master student
  10. Bachelor student

De postdoctorale onderzoeker heeft de meest onzekere plek op de universiteit. Een postdoc heeft recent zijn doctorstitel behaald en op basis daarvan een plekje in een onderzoeksgroep bemachtigd. Doorgaans op basis van een tijdelijk contract van twee of drie jaar. Dat betekent dat je jouw plek in de hiërarchie goed moet kennen.
De promovendi zijn doorgaans degene die het echte werk verrichten op een universiteit en de meeste uren draaien. Maar ze moeten hun credits nog verdienen dus worden ze niet altijd serieus genomen. Maar met niet teveel mopperen op alles en iedereen, slim omgaan met slechte begeleiding, zeer regelmatig tegenslagen verwerken en doorzettingsvermogen, enthousiasme en zelfreflectie, kom je een heel eind.

Klachten
Wat zijn de klachten die je hoort?

Uitputtingsverschijnselen
Burnout komt het meeste voor en met name onder de promovendi. Enerzijds komt dat door omgevingsfactoren als te veel (onderwijs)taken, slechte begeleiding of teveel faalervaringen in het onderzoek. Anderzijds spelen er bij veel wetenschappers ook zaken als perfectionisme, gevoelig zijn voor druk en stress en het willen voldoen aan je eigen hoge eisen en daardoor niet ontspannen.

Tips:

  • Stel jezelf kleine, realistische doelen per dag, per week, per maand.
  • Neem rust, ga op tijd naar bed en ga regelmatig op vakantie.
  • Bespreek verwachtingen met je begeleiders.
  • Kom ook op voor jezelf als dat nodig is bij teveel druk.
  • Beloon jezelf als je kleine succesjes haalt.
  • Wees niet te streng voor jezelf en relativeer.

Publicatieverslaving en publicatiedruk
Jarenlang ploeteren op wetenschappelijke artikelen en waarschijnlijk verandert de wereld daardoor niet. Blij zijn als een paar gekken je publicaties van A tot Z gaan lezen. Maar toch, je eerste publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift kan zorgen voor euforie die naar meer smaakt…maar publiceren is niet zonder risico. Je kunt eraan verslaafd raken. Wanneer ben je een publicatieverslaafde wetenschapper. Heel simpel: je constateert dat je leven erom draait.

Tips:

  • Uitgangspunt is bewustwording. Kun je het (tijdelijk) loslaten. Dat kan heel lastig zijn.
  • Maar is het ook gewoon je doelen bijstellen. Minder publicaties.
  • Zoek ook plezier buiten de wetenschap.
  • Neem rust en ga spaarzaam met je email om.
  • Wetenschap kan ook wel eens wachten: slow science.
  • Ga niet je publicatielijsten vergelijken met iemand anders. Er is altijd wel iemand te vinden die beter is, meer presteert en meer publiceert.
  • Besef dat teveel complimentjes net als teveel kritiek ook niet goed is.
  • Zoek desnoods hulp bij een therapeut.

Angstcultuur
Universiteitsculturen zijn niet altijd de gezondste leefomgevingen. Er wordt niet voor niets vaak gesproken over een angstcultuur. Dat heeft twee oorzaken. Enerzijds het perfectionisme onder wetenschappers, anderzijds de strenge hiërarchie die hogere rangen veel macht geeft en de lagere in een afhankelijkheidspositie brengt. Op de universiteit komt daar nog iets bij dat extra belastend kan zijn voor perfectionisten. Wetenschap vraagt namelijk om grondigheid, exactheid, methodisch werken en gedisciplineerd denken. Maar dat werkt tegelijkertijd angst en onzekerheid in de hand.

Tips:

  • Stel jezelf regelmatig de vraag in hoeverre jij meehelpt aan ongezond perfectionisme.
  • Verken voor de aardigheid de gedachte en angst wat wet betekent om niet perfect te zijn. Kijk eens naar jezelf?
  • Zelfspot en relativering helpt. Een beetje de draak steken met perfectionisme schept psychologische ruimte.
  • Plezier maken en genieten. Als je geniet van je wetenschappelijke werk, dan hangen je hoge eisen ook minder zwaar om je nek en geeft het plezier je lucht.
  • Maak vriendjespolitiek bespreekbaar.
  • Wees in je innerlijk gelijkwaardig aan je begeleiders en ga daar vrolijk mee om.

Slechte begeleiding en slechte rolmodellen
Het is een van de meest voorkomende misdragingen in de wetenschap: slechte of afwezige begeleiding. En dat terwijl jonge onderzoekers goede voorbeelden nodig hebben voor hun groei en ontwikkeling. Daar horen ook de supervisors bij die overmatig meer met zichzelf bezig zijn dan met anderen en daardoor geen betrokkenheid tonen met hun PhD-studenten. Bedenk dat slecht gedrag leidt tot vergelijkbaar volgen.

Tips:

  • Organiseer zelf op regelmatige basis begeleidingsgesprekken met je promotor of afdelingshoofd.
  • Organiseer zelf een 2de begeleider/supervisor, iemand die je inspireert en waarvan je weet dat die het ‘wetenschappelijk klappen van de zweep’ bij promotietrajecten verstaat.

Cynisme
Wetenschappers hebben een kritische houding. Dat hoort bij wetenschap. Het is echter niet de bedoeling dat wetenschappers hun kritische houding meenemen naar hun sociale leven en in de omgang met anderen. Daardoor zien ze vooral de slechte kanten van de mens.
In de wetenschappelijke praktijk zie je ook regelmatig een teveel aan cynisme. Dan heb je personen die bij ieder onderzoeksvoorstel beren op de weg zien en denken dat collega-wetenschappers mensen zijn die je moet wantrouwen. Dat draagt bij aan een cultuur van angst.

Tips:

  • Humor. Cynici zijn daar vaak gevoelig voor omdat daarmee de zwaarte van hun eigen wereldbeeld even wordt verlicht.
  • Optimisme als wapen. Leer omgaan met cynici. Zit je tussen veel cynici, blijf zelfbewust in een positieve grondhouding zitten. Leer de kritiek van deze groep op waarde te schatten én met een korreltje zout te nemen.
  • Ben je zéf een cynicus, stel jezelf cognitieve vragen: welke aanwijzingen heb ik dat de wereld niet is te vertrouwen? Hoe heb ik van mezelf zo’n succesvolle negativo gemaakt? Etc.

Narcisme
Narcisme bestaat uit een opgeblazen gevoel van eigenwaarde. Mensen lijken buitengewoon zelfverzekerd en vervuld van hun eigen belangrijkheid. L i j k e n, want doorgaans bedriegt de schijn. Oorzaak van narcisme is in de meeste gevallen een dieperliggende onzekerheid die langdurig aanhoudt en niet met een paar gesprekken valt op te lossen. Vanuit de angst om niet gezien te worden en geen waardering te krijgen, is er een chronisch verlangen om erkend te worden. Deze angst wordt gesublimeerd in een gevoel beter te zijn dan anderen of anderen te wantrouwen. Bovendien is de lijdensdruk bij narcisten niet bijster groot. Zijn er problemen, dan is dat natuurlijk de schuld van anderen. Voor een narcist ligt de schuld altijd bij een ander. Een narcist bewondert zichzelf zeer om ruimte te maken zijn eigen ‘spiegelbeeld’ te bewonderen. Daarin is geen plaats voor enige ‘zelfbespiegeling’.

Tips:

  • Blijf rustig. Ergernissen botvieren op iemand met narcisme is zinloos.
  • Geen complimenten. Bij een narcist brengt dat echt wat teweeg.
  • Ga geen therapeut spelen. Narcisten zijn de laatsten die vinden dat ze zelf therapie nodig hebben.
  • Wees een goede collega maar houd je eigen agenda in de gaten zodat je geen speelbal wordt van narcistische grillen.


Gelukkig blijven in de wetenschap 
Tijdink geeft 34 adviezen. Om er enkele te noemen

  • Tijd en aandacht voor tijd en aandacht
    Kies je dagelijkse momenten van concentratie, voorkom afleiding en zorg dat niemand je kan storen. Simpele dingen kunnen wonderen verrichten
  • Ga lamballen
    Google en Instagram hebben lummelruimte. Doe dat elke dag minsten ook een kwartier
  • Tijd creëren is prioriteren
    Stel prioriteiten. Wat wil je met je carrière en je leven?
  • Relativeer wetenschap
    Bedenk dat als je te zeer vergroeid met je werk, je vroeg of laat in de problemen komt. Je hebt wetenschappelijke kennis. Maar BEN je dat 100%. Je bent ook nog een mens buiten je werk en je groei en ontwikkeling daarin zijn minstens zo belangrijk als je publicatie-record.
  • Fouten zijn feedback
    De foutenangst in de academische wereld is hilarisch door al die perfectionistische neigingen. Durf fouten te maken.
  • Ga sporten
    Dat zorgt voor ontspanning van lichaam en geest.
  • De weg naar succes wordt bepaald door plezier
    Voor een gelukkig wetenschappelijk bestaan is de kernvraag: hoe word ik een betere én gelukkigere wetenschapper?
  • Streef naar autonomie
    Dat woord is een samentrekking van de woorden autos en nomos, zelf en wet. Doe waar je in gelooft, waar je energie van krijgt
  • Stel de vraag der vragen
    Wat is de zin van MIJN beroepsbestaan?

Tot slot
Het boek van Tijding is een aardig boekje dat je bewust maakt van valkuilen bij promotie-onderzoek en in de wetenschappelijke wereld in zijn algemeenheid. Veel van de genoemde symptomen zie je ook terug in andere organisaties. Ik kan zo paralellen trekken met bijv. overheidsorganisaties. In die zin heb ik bij het lezen ook wel het gevoel gehad dat het een tijdgeest raakt en Tijdink de wereld van ‘rust, reinheid en regelmaat’ hernieuwd een plekje poogt te geven in de vele drukke, individuele, universitaire bestaanswerelden van menigeen.

Max Herold
Oktober, 2019