Het Nationaalsocialisme als rancuneleer.

In 1937 schreef Menno ter Braak een essay getiteld ‘Het nationaalsocialisme als rancuneleer’ dat destijds verscheen als brochure. Het is een interessant ‘contrast’ met Rutger Bregmans boek ‘De meeste mensen deugen’, maar niet minder interessant om te lezen. Als je Ter Braaks essay in de huidige tijd plaatst, heeft het nog niets aan kracht ingeboet. Onderstaand een korte samenvatting van de kern van zijn betoog die ik heb gehaald uit de recente hernieuwde uitgave van zijn essay als boekje, met als toevoeging daarin een essay van Bas Heijne.

Meer weten?
Het nationaalsocialisme als rancuneleer

Auteurs: Menno ter Braak, Bas Heijne
Uitgever: Prometheus, 2022
Klik op: https://www.managementboek.nl/boek/9789044650891/het-nationaalsocialisme-als-rancuneleer-menno-ter-braak?affiliate=1910

Ter Braak had weinig fiducie in de waakzaamheid van de Nederlandse intellectuelen. Het opkomend nationaalsocialisme zag hij als uitdrukking van een fundamentelere kracht. De ware vijand was in zijn ogen de ‘Hollandse mediocriteit’, een wijdverbreide middelmatigheid van alles en iedereen – die hij tevens als noodzakelijk én onoverwinnelijk zag. Ook interessant was dat Ter Braak een paradox schetste in twee stellingen die tegelijkertijd ‘waar’ zijn:

  1. Fascisme en nationaalsocialisme komen voort uit de democratie zelf.
  2. Tegelijkertijd is democratie de meest acceptabele remedie om fascisme en nationaalsocialisme te voorkomen.

Hoe dat zo? Ter Braak constateerde dat democratie tegen de menselijke natuur ingaat. Democratie gaat uit van een gelijkheid die in werkelijkheid niet bestaat. Mensen zijn sociaal en biologisch ongelijk. De belofte die democratie doet, is een loze belofte en draait steeds weer uit op een teleurstelling. Die teleurstelling draait steeds weer opnieuw uit op een zware teleurstelling en wakkert ons aangeboren gevoel van rancune aan, de haat tegen wat ons miskent en tekortdoet. Dat gelijkheid door academische en bestuurlijke bovenlagen primair met de mond wordt beleden, wakkert de rancune alleen nog maar verder aan. Extrem-ismen, in vele vormen en overtuigingensets voorkomend, doen niets anders dan het ressentiment dat in ons zit tot leidend principe maken. En bedenk dat achterdocht en rancune zich niet met redelijkheid laten bestrijden. De ‘haat’ en de onderliggende (minderwaardigheids)complexen zijn dominant. En dan wordt het vroeg of laat ‘enkel om de haat alleen’. Wordt een van die stromingen dominant en absoluter, dan wordt het letterlijk steeds extremer en als een enkele leer opgelegd tot in details aan iedereen…..maar de ontevredenheid blijft. Die kan niet vanuit een dergelijke gevoelsbasis worden opgelost.

Echter, hoewel de democratie de aanjager van die rancune is, is het tegelijkertijd de kracht die vele van die rancunes in toom kan houden. Want de democratie schept weliswaar de rancune door de valse belofte van gelijkheid, maar leidt die ook in goede banen, doordat we blootstaan aan debat, kritiek en tegenspraak. Onze haat tegen degenen die ons in onze ogen kleineren, bedreigen negeren of op ons neerkijken, wordt door de democratie gereguleerd of ‘gestileerd’, zoals Ter Braak het noemt.
Dat lukt lang niet altijd, maar het is weer wël de democratie die ons tegen onszelf beschermt en tegen de mensen aan wie we de macht hebben toevertrouwd. Dat is ook de reden dat het nationaalsocialisme en andere extreme uitingen de democratische instituties opzij wilden schuiven en vernietigen.

Dit bovenstaande gezegd hebbende, hoef je volgens Bas Heijne, niet opnieuw in de jaren ’30 van de vorige eeuw te leven om te constateren dat Ter Braaks pamflet over de rancuneleer ook tegenwoordig in talloze stromingen opgeld doet van groepen mensen die zich ‘ongelijk’ en rancuneus voelen. En in extreme vormen is de rancune, ‘de haat om de haat’, ook nooit helemaal weggeweest. En nu maar hopen dat democratische processen deze rancunes verantwoord kunnen blijven kanaliseren in complexer wordende samenlevingen.
Dit hele essay van Menno ter Braak is ook online te lezen via: https://mennoterbraak.nl/tekst/braa002verz03_01/braa002verz03_01_0033.php

Max Herold
Augustus, 2022