Tom Poes, Winnie de Poeh, en het pensioenprobleem in Rommeldam $)

Ollie B:  Verzin een list Tom Poes! Mijn verre neef Winnie de Poeh *) heeft duidelijk gemaakt dat je een Groot Probleem oplost door het in Kleine Problemen op te delen en die stuk voor stuk aan te pakken. Het Grote Probleem betrof de betaalbaarheid van de pensioenen. Mijn goede vrind Dirk Dickerstap –de Burgemeester van Rommeldam- heeft daarvan het eerste Kleine Probleem opgelost. Hij heeft een principe-akkoord met Bul Super die namens de zakenwereld optrad en met Drs. Pieps die namens de werknemers aan tafel zat. De Markies De Canteclaer van Barneveldt heeft mij nu gevraagd om in de komende bijeenkomst van de Rotaryclub de oplossingen voor de overige mineure problemen te geven.

Tom Poes: Zijn die overige mineure problemen al benoemd en in een slimme volgorde gezet, heer Ollie?

Ollie B:  Nee, niet echt. Maar voor een heer van stand en verstand is dat geen probleem en dus ook niet voor jou. Dorknoper –je weet wel, het hulpje van de Burgemeester- noemde een paar dingen. Maar je weet, ik ben van de hoofdlijnen en niet van de details zoals die pennenlikker. Zonder volledig te zijn, jonge vriend zou er sprake zijn van ‘financieel gat’ voor de bewoners van Rommeldam. Als zij stoppen met werken omdat zij de AOW-leeftijd bereikt hebben. De Pensioenfirma’s willen namelijk pas pensioen betalen vanaf het moment dat de bewoner de leeftijd van 68 jaar bereikt terwijl de datum van de AOW-leeftijd ettelijke maanden eerder is. Al snel 10 tot 12 of meer. Voor lieden als Kapitein Walrus, Professor Sickbock, Brigadier Snuf, Drs. Zielknijper en ook voor Argus, die als journalist natuurlijk graag de kat de bel aanbindt… in dit geval de Burgemeester.
Een onheuse actie van Argus natuurlijk; bewoners kunnen er voor kiezen hun pensioen ‘naar voren te halen’.

Tom Poes: Dat van Argus weet ik niet, heer Ollie. Dat ‘naar voren halen’ kan, maar daar staat dan wel tegenover dat de pensioenuitkering verlaagd wordt met ca 7% per naar voren gehaald jaar. 

Ollie B: Ah, een subprobleem. Waarom zou dat een probleem zijn?

Tom Poes: Dat is een probleem heer Ollie omdat -door de ontwikkeling van de Economie- de Pensioenfirma’s niet het rendement van gemiddeld 4% per jaar hebben gehaald in de laatste jaren. De rendementen waren amper 0,5%  of minder! Ze hebben het geld niet! En de AOW’ers van Rommeldam hebben niet zomaar voor 10 of 12 maanden spaargeld op de plank liggen om zelf de AOW aan te vullen tot een beetje maandinkomen zoals ze dat gewend waren als werkende. Hetzelfde geldt voor de Pensioenfirma’s, de Burgemeester en Super en Co.

Ollie B: Ah, nog een mineur probleem. Waarom zou dat een probleem zijn? Het begint mij te duizelen jonge vriend. Wat betekent dit allemaal voor bijvoorbeeld mijn trouwe huisdienaar Joost? 

Tom Poes: Voor Joost, heer Ollie, zou dat betekenen dat hij na het bereiken van zijn AOW-gerechtigde leeftijd hij door u ontslagen mag worden. Daarna heeft hij dan 16 maanden alleen een AOW als inkomen. Daarna, als Joost de leeftijd van 68 bereikt, begint de Pensioenfirma met het uitkeren van een maandelijks pensioen… waarvan op dit moment niet bekend is hoeveel minder dat zal zijn, dan eerder was berekend door diverse optimistische Dorknopers. Die 16 maanden is dus het gat: Joost moet het dan doen met ongeveer een derde van zijn normale inkomen. Er zijn ook huisdienaren die slechter af zijn. Met name daar waar een zogenaamde franchise mee speelt waarbij de pensioeninleg structureel te laag is geweest; ook een subprobleempje. Soms is er daardoor te gering rendement, ook door de tegenvallende economie**); de pensioenbelegger had met mooie economiepraatjes het risico bij de werknemer neergelegd. Zijn er cijfers bekend om hoeveel personen en maanden het eigenlijk gaat?

Ollie B: Ah, kwalijk maar wel helemaal duidelijk jonge vriend. Met cijfers heb ik niet zo veel, dat laat ik aan Professor Prlwytzkofsky over. Als ik Joost die 16 maanden gewoon in dienst zou houden, is er niets aan de hand? 

Tom Poes: Jawel heer Ollie, maar dat is niet wat de afspraak is tussen de Burgemeester en Bul Super en Drs. Pieps want er zijn beroepen waarin de werkers gewoon lichamelijk ‘op’ zijn en dat niet zouden kúnnen volhouden, zelfs als zouden ze het zelf willen en hun werkgever ook. Door veronderstelde achterblijvende productiviteit komt dan de financiële positie van de werkgevers in gevaar en dat wil helemaal niemand. Zekerheidshalve zien werkgevers dan veelal hun Joost liever gaan dan komen – helaas.

Ollie B: Ja, duidelijk. Als een deel van de probleemgevallen daarmee opgelost wordt, dan kan daar een deelakkoord over komen, d.w.z. het arbeidscontract wordt niet beëindigd, Joost blijft gewoon in dienst en werken en van allerlei afdrachten die er dan niet meer zijn –daar heb Dorknoper wel eens iets over horen zeggen- kan ik dan een nieuwe Joost laten inwerken door mijn oude Joost. Om mij zelf maar even zo uit te drukken. Herinner mij er aan dat ik Joost vraag wat hij daarvan zou vinden. Hij mag dan een dagje minder werken zodra hij denkt dat de nieuwe Joost een dagje alleen aan kan. 

Tom Poes <grinnikend>: Ik ben blij dat u er zo naar kijkt. Als daarmee 10% van de werkers geholpen zou zijn, dan is dat al heel wat. Maar stel dat Joost het geen goed idee vindt of twee benen breekt in de eerste maand? Dan heeft Joost alleen AOW als inkomen; een derde van wat hij nu verdient. Hoe is dat in die 16 maanden de overige tweederde van zijn maandelijkse inkomen te financieren, en door wie?. Hoe zou die oplossing er uitzien?

Ollie B: Ach jonge vriend, dat is toch eenvoudig als we de aanpak van mijn neef Winnie bekijken! Even op hoofdlijnen: deel het Grote Probleem op in Kleine. Laten we zeggen vier maal vier maanden. Zoals ik het zie zijn er ook vier belanghebbenden: Joost, de Burgemeester, de Werkgevers en de Pensioenbonden. Als Joost vier maal zijn vakantiegeld opzij zet en bijpast bij de AOW, dan zijn er 12 Magere Maanden over. De Burgemeester neemt ook 4 maanden voor zijn rekening; ik herinner mij dat een van zijn voorgangers miljarden uit een Pensioenpot heeft ‘gelubberd’ om de economie te stimuleren toen het slecht ging. Dan zijn er 8 Magere Maanden over. De werkgevers kunnen 4 maanden bijpassen omdat zij 16 maanden geen vol salaris, en vanaf de AOW-leeftijd ook geen afdrachten, hoeven te betalen. De laatste vier Magere Maanden moeten dan door de Pensioenfirma’s bij gepast worden; slechte economie of niet, ze hebben altijd minder goede rendementen geleverd dan berekend en afgesproken. Waar zij dat niet kunnen, kunnen ze bij de Bank terecht voor een lening want vergrijzing is uiteindelijk een van de dingen die voorbij gaan. De Burgemeester, Super, Pieps en de vertegenwoordiger van de Pensioenen kunnen dan onderhandelen over de aantallen maanden; of dat 3, 4 of 5 maanden moeten zijn voor wie, en wat een billijke rente bij de bank zou mogen zijn voor ongedekte maanden als het er bijv. meer dan 16 in het totaal zouden zijn.

Tom Poes: Het klinkt prachtig heer Ollie; u heeft mij niet nodig om een list te bedenken. Of de Burgemeester, Super, Pieps en de Bankpersoon de eenvoud van de oplossing delen, weet ik niet. Ieder zal redenen hebben om geen deel van de oplossing te willen zijn: u en ik kunnen die redenen ook zo bedenken. Wellicht kunnen uw Rotarygenoten meedenken. Voor de ene beroepsgroep of sector zal wellicht een andere verdeling billijker zijn dan voor de andere. En wellicht zouden zij ook kunnen brainstormen over druk- en verleidingsmiddelen om de Burgemeester, Super, Pieps en de Pensioenbaas mee te krijgen. Of anders – in subgroepen-  een andere indeling van de Kleine Problemen maken… met passende oplossingen per probleem uiteraard. 

Ollie B: Inderdaad jonge vriend.

Kwetal (om in de stijl van Maarten Toonder te blijven ;-))

$)

Bernard Verlaan

Vrij naar Maarten Toonder’s verhalen over Ollie B. Bommel, de heer van kasteel Bommelstein . Elke gelijkenis met bestaande personen, namen, functies, organisaties, plaatsen, grote en kleine problemen, of andere aspecten in het verhaal, berust op toeval.

*) Winnie-de-Poeh en het oplossen van problemen, R.E. Allen (1996).
**) de gebruikte regeling heet ‘beschikbare premieregeling’; div. verzekerings-/pensioenmaatschappijen bieden dat aan waarop diverse niet-CAO-gebonden MKB-bedrijven hebben een dergelijke voorziening getroffen met hun personeel.