De macht van aandacht.

Wie de top wil bereiken (van wat dan ook) moet daar meestal hard voor werken, maar wie de aandacht niet op zich weet te vestigen bereikt nooit de top. Aandacht wordt vooral gegenereerd in de media, waaronder tegenwoordig ook de sociale media. Wie via de media de aandacht weet te trekken is een winnaar, wie dat niet lukt verliest.

In de politiek is het trekken van aandacht tegenwoordig veruit de belangrijkste competentie, veel belangrijker dan kennis/ervaring op inhoudelijk gebied en nog veel belangrijker dan een heldere visie op de samenleving. Iemand met veel kennis drukt zich meestal genuanceerd uit, maar daar bestaat weinig belangstelling voor, dus iemand met weinig kennis die zich (misschien vanwege een gebrek aan kennis) ongenuanceerd uitdrukt is meteen al in het voordeel.

En eenmaal in de aandacht heb je een vanzelfsprekende voorsprong op mensen die nog geen aandacht hebben gekregen. Voor een nieuwe politieke partij is het nagenoeg onmogelijk om aandacht te trekken als er geen gebruik wordt gemaakt van reeds bekende personen. Het maakt daarbij niet eens uit of zo’n bekende persoon geen enkele politieke ervaring heeft. Bekendheid wordt daarmee min of meer gelijkgesteld aan bekwaamheid. De sleutel tot politieke macht is aandacht.

Succesvolle bedrijven onderscheiden zich van minder succesvolle met name via hun marketingstrategie. Een bekend merk is belangrijker voor de omzet dan een goed product. Een groot bedrijf is daarbij in het voordeel, omdat het meer mogelijkheden heeft om de aandacht te trekken. Dat voordeel kan in een nadeel omslaan als een product van zo’n bedrijf plotseling door de mand valt, want dan tast dat de merkwaarde sterk aan. Overigens is zoiets in de meeste gevallen na enige tijd wel weer vergeten. Voor een klein bedrijf met een beter product is het ondertussen lastig om aandacht te trekken, zodat een doorbraak van een klein bedrijf tot de uitzonderingen behoort. Onbekend maakt onbemind.

De enorme hoeveelheid reclame van grote bedrijven verdringt het geluid van kleine bedrijven. Waarschijnlijk is dit de belangrijkste reden voor grote bedrijven om zoveel geld uit te geven aan schijnbaar overbodige reclame. Overigens wordt veel van die reclame ingevuld door bekende mensen, waarmee de cirkel helemaal rond wordt gemaakt. Kleine bedrijven kunnen zich niet veroorloven om zulke mensen in te huren. Aandacht is de sleutel voor marktmacht.

Kunstenaars die geen aandacht trekken vissen achter het net, hoe goed ze ook zijn. Kunstenaars die zich eenmaal in de kijker weten te spelen, zijn niet alleen succesvoller binnen hun eigen kunstvorm maar zelfs in andere kunstvormen die ze later ook zijn gaan beoefenen. Zoiets wordt blijkbaar extra interessant gevonden. Bekende kunstenaars worden daarbij aangezien voor alleskunners. Een beetje wrang natuurlijk voor kunstenaars die eigenlijk beter zijn, maar die nu eenmaal niet in de kijker zijn gekomen. Aandacht geeft een kunstenaar status.

Actievoerders en propagandisten kunnen alleen wat bereiken als er voldoende aandacht is voor hun activiteiten. Vandaar ook dat ze zoveel mogelijk spektakel proberen te maken. Framing, zoals dat tegenwoordig heet, is daarbij een belangrijk wapen. Verwarring en twijfel zaaien door een partij   die in het defensief lijkt te komen is een wapen dat ook nogal eens wordt ingezet. Voor een buitenstaander die objectiviteit zoekt is het een hele opgave om zelfs maar de basale feiten te vinden temidden van alle herrie die wordt voortgebracht.
Aandacht zorgt voor beheersing van de publieke opinie.

Het zij zo, zou je kunnen zeggen, en helemaal onverstandig zou dat niet zijn. Toch zou het voor de meeste mensen grote voordelen hebben als het mechanisme ‘aandacht maakt macht’ zou kunnen worden doorbroken.

De politiek zou er een stuk evenwichtiger door kunnen worden en het beleid dat politici bedenken heel wat doelmatiger. Ongenuanceerde standpunten zorgen uiteindelijk voor weinig doelmatig beleid, zoals steeds weer blijkt.

De markt zou er beter door kunnen gaan functioneren, waarbij grote bedrijven geen oneigenlijke marktmacht meer uitoefenen (waar ze nogal eens misbruik van maken) en de prijs/kwaliteitsverhouding van producten/diensten aanzienlijk kan verbeteren.

De waarde van kunst- en cultuuruitingen is misschien lastig te bepalen, maar als die waarde vooral wordt bepaald door bekendheid, wordt de intrinsieke waarde ervan in heel wat gevallen overschat en in heel wat andere gevallen juist onderschat.

Eenzijdige acties/propaganda kunnen tot een onbevredigende aanpak van maatschappelijke problemen leiden. Maatschappelijke problemen verdienen uiteraard aandacht, maar goede oplossingen komen er alleen als die problemen van alle kanten worden belicht.

Blijft de vraag hoe je dat mechanisme ‘aandacht maakt macht’ zou kunnen doorbreken.
In de politiek lijkt dat lastig, omdat politieke partijen erg vast zitten aan hun eigen gelijk. Misschien kun je meer bereiken als het beleidsproces een opener karakter zou krijgen. Dat zou kunnen via een soort ketenomkering van het beleidsproces, die je zou kunnen aanduiden met bottom-up beleidsontwikkeling. In zo’n proces krijgt de burger de hoofdrol in plaats van de politicus, die zich als dan als dienaar opstelt in plaats van als machthebber. Daarmee krijgt de burger de aandacht die nodig is om tot goed beleid te kunnen komen. Politici durven zoiets waarschijnlijk nog wel aan. Hier en daar zijn er ook al experimenten in die richting (zoals in de gemeente waar ik woon).

In het bedrijfsleven lijkt het ook lastig, omdat grote bedrijven hun macht graag behouden. Via de overheid zou er wel wat kunnen worden bereikt. Als de overheid niet langer grote bedrijven (op ongeveer alle gebieden) zou voortrekken, zou dat de ongelijkheid van het speelveld kunnen verkleinen. Ook zou de overheid kleine bedrijven meer marktmacht kunnen bieden door allerlei samenwerking toe te staan die nu wordt verboden met nota bene als argument dat daarmee de marktwerking zou verslechteren, terwijl de concurrentie er juist door zou worden bevorderd. Langs deze weg zou het MKB ook meer aandacht kunnen genereren.

In de wereld van kunst en cultuur zou het helpen als onbekende kunstenaars meer platforms zouden krijgen om te laten zien wat ze te bieden hebben. Daarbij kunnen zowel media als overheden een rol spelen. Overheden kunnen vooral helpen door meer van zulke platforms te organiseren en de media door hier de nodige aandacht aan te besteden.

In het geval van actiegroepen en propaganda kunnen goed georganiseerde brede maatschappelijke discussies ervoor zorgen dat maatschappelijke problemen zodanig worden geanalyseerd dat dit bevorderlijk werkt op de kwaliteit van de aanpak van die problemen. Ook hierbij kunnen zowel media als overheden een belangrijke rol spelen. Overheden kunnen zorgen voor een goede organisatie van dergelijke debatten. De media kunnen uitgebreid verslag doen van deze debatten en vooral ook van de uitkomsten hiervan.

Een eerlijker verdeling van aandacht is goed voor een samenleving. Dat zou voor politieke partijen iets kunnen zijn om op te pakken als nieuw thema.

Peter van Hoesel
April, 2016