Mode gaan voorbij, stijl blijft.

Mode, we verliezen ons vaak in de laatste snufjes en trends, om maar bij te blijven, niet uit de toon te vallen en soms juist op te vallen. De massapsycholoog Jaap van Ginneken omschrijft mode als een voorbijgaand gebruik dat opkomt, tijdelijk wijdverbreid is (althans binnen een bepaalde groep) en vervolgens weer verdwijnt. Het begrip wordt vooral gebruikt met betrekking tot de fysieke manier waarop mensen zich uiterlijk presenteren: van top to teen, van hoofdtooi en kapsel tot aan kousen en schoenen met alle verdere kleding en accersoires er om heen. 

Tegelijkertijd is mode natuurlijk ook een symbolische manier van uitdrukken. Voor jongeren dikwijls een uiting van rebellie en het zich afzetten tegen de ‘gevestigde orde’. Een spel van overeenkomst en verschil, van zich afzetten tegen en tegelijkertijd weer aansluiting zoeken bij. 1)

Toch is in dit metier ook een subtieler verschil te vinden, namelijk dat tussen mode en stijl. Het was Coco Chanel die in, inmiddels al weer lang vervlogen tijden, de uitspraak deed ‘mode gaat voorbij, stijl blijft’. Ze wíst kennelijk waar ze het over had. Niet voor niets blijken bepaalde producten van haar de tand des modetijds te hebben doorstaan zoals haar parfum no. 5. 2)

Eigenlijk geldt haar inzicht voor heel wat meer vakgebieden dan alleen de mode-ontwerpers. Zo zou je kunnen spreken van modieuze en stijlvolle wetenschappers, kunstenaars,  managers, organisatie-adviseurs etc. Haar uitspraak drukt een besef van Werkelijke Kwaliteit uit.
Managementissues columnist Sandra Grafhorst- Geerst heeft in met betrekking tot dit thema zo haar eigen ‘stijlvolle’, en tegelijkertijd humorvolle manier om het verschil tussen de tijdelijke mode en tijdloze stijl te duiden.

Mode is voor losers.

Er was een tijd dat luxe alleen maar bereikbaar was voor koningshuizen en aristocraten. Luxe was meer dan een product: het was een stijl, die stond voor superieure kwaliteit en traditie. Die tijd is voorbij; de markt wordt nu gedomineerd door grote ondernemingen die uitsluitend bezig zijn met groei, zichtbaarheid, merkbewustzijn, reclame en, boven alles, winst.
Luxelabels hebben daarmee hun essentie en unieke verspeeld. Waar is het vakmanschap, handwerk en geduld gebleven? En daardoor de exclusiviteit? Dat is het tegenovergestelde van massa-industrie. 3)

Laatst zat ik genesteld op de bank voor de buis met een doosje chocolaatjes te genieten van de film ‘My fair lady’ een musical/film in 1964 gemaakt en speelt zich af in 1912. Deze fantastische klassieker is rijk aan informatie. Het is  romantisch, dramatisch, komisch, educatief, denk maar aan de relatie werkgever/werknemer of leraar/leerling. Het hangt ervan af wie er naar zit te kijken.  Maar een beetje vrouw zal meteen in katzwijm vallen voor de oogverblindende japonnen en de om aandacht schreeuwende accessoires meer dan de stempel haute-couture waardig.

De film speelt zich af in een tijd waar mode naar wens gemaakt werd, gelabeld met de initialen van de consument. Mode een manier was om te laten zien dat je genoeg op je bankrekening had staan en niet hoeveel je rood mag staan.  Waar mode vroeger voor kwaliteit, smaak en originaliteit stond, staat het nu voor…..tja waar staat het nu voor? Serieus, waar staat het nu voor? Ga jij naar je persoonlijke couturier en zeg: ‘Doe mij maar een japon waar mijn te kleine slappe borsten weer fris en monter in ogen, en mijn te brede heupen majestueus in glooien.’? Nee, wij kopen wat de mode-industrie ons voorschrijft.

Ik zeg voor het gemak – wij- , voel je dus niet aangesproken als je wèl gebruik maakt van een persoonlijke couturier of als je 1980 een uitstekend modejaar vind en daar in bent blijven hangen of als je jezelf behangt met beeldende kunst gemaakt van textiel.  Ik zweer het je, als de mode industrie een hoedje van papier voorschrijft dan stormen wij massaal af op de boetieks om een hoedje van papier te kopen.

De slimmeriken onder ons vouwen zelf een hoedje van papier. Maar daar neemt het grootste gros geen genoegen mee, daar zit geen merklabel aan!!!! Van onderbroek tot zonnebril, gelabeld, gelabeld, gelabeld! Een kind op school loopt meer kans een buitenbeentje te worden als die géén Björn Borg onderbroek van € 35,- boven zijn of haar te ver van de bilnaad afgegleden Gap jeans laat uitsteken. 

Je kan een kind van laten we zeggen dertien jaar niet wijs maken dat een onderbroek van € 5,-  net zo goed je linker en rechterbil bij elkaar houdt en dat je dan nog € 30,- overhoudt om bijvoorbeeld van naar de bios te gaan.  Dat interesseert zo’n kind geen klap, die wil –er bij horen- meer niet. Kinderen zijn daar duidelijk in.  Een goed doordacht vlijm-scherp marketing-plan waardoor een ouder zelf gaat denken een Bjorn Borg of een Gap te moeten bezitten, een dreinend kind en de verkoopcijfers stijgen. Mode heeft dus niets meer met originaliteit te maken.

Om hier even iets leuks over te zeggen, mode is een leuke tijdlijn. –Wat in is en wat uit- komt wel eens ter sprake als ik met mijn zus of vriendinnen aan het babbelen ben. Als we uitgeklaagd zijn over de skinny jeans waar we dertig jaar geleden al mee worstelden (periode zonder lycra) en de bloesjes waar we zwanger in lijken, kunnen we niet anders dan terugblikken want de leggings die ik meer dan twintig jaar geleden droeg zijn nu weer in. En van leggings kom je vanzelf bij de ski-broeken, ga je weer terug in de tijd naar de broekrokken, drollenvangers noemt mijn man ze afkeurend, en neem ik weer een sprongetje in de tijd vooruit naar de Levi’s 501.

Iedere modetrend brengt mij herinneringen uit een specifieke tijd in mijn leven.  Heel leuk. Mode is ook leuk. Maar laten we niet vergeten origineel te blijven of te vergeten hoe creatief of vindingrijk we kunnen zijn. Nu ben ik niet zo creatief dat ik zelf een zonnebril kan maken maar wel geduldig en vindingrijk. Ik had een bepaald model zonnebril in mijn hoofd maar die kwam ik alleen in een dure prijsklasse of helemaal niet tegen. 

Apetrots was ik toen ik hem eindelijk voor € 9,- bij de V&D zag liggen. Ik had er al weken plezier van toen mijn nichtje van veertien jaar de bril op tafel spotte. Ze verklaarde hem zeer trendy en modeverantwoord. Helaas, toen ik trots vertelde hoe goedkoop die was legde ze hem neer alsof die van poep was gemaakt. Het is trouwens een verschrikkelijk lief en mooi kind waar ik zo trots op ben maar als ik wil weten wat in is en leuk staat dan doe ik er verstandig aan haar mee te nemen als ik ga shoppen.

Gelukkig is mode voor mij altijd een ruim begrip geweest en geen dwangbuis van beperkingen. Ik voel me niet gedwongen naar de boetieks te rennen als de trendy-kalender zegt dat ik een jaar achter loop.  Mode is leuk en moet in je budget passen. Het moet niet zo zijn dat je je pas lekker voelt als je continue in de laatste mode moét lopen of jezelf hult in gelabelde kleding.

Labels die eigenlijk prijskaartjes zijn maar dan zonder cijfers. Hoe meer labels hoe meer men denkt smaak te hebben? En erbij te horen? Waarbij? LabelMerk-verslaafden? Who’s the loser? De persoon die bij de Hema een onderbroek van € 5,- koopt en zijn/haar partner verrast met een bos rozen van € 30,-. Of de persoon die liever € 35,- uitgeeft aan een stuk textiel dat de linker en rechterbil bij elkaar houdt? Sorry dat ik weer over die onderbroek begin.

Nu ga ik niet schijnheilig doen, koop ook wel eens een leuk lingerie setje maar de dagelijkse slip is niet duurder dan € 5,-. En als ik dan bedenk dat zowel volwassenen als kinderen € 35,- betalen om met de naam van een oude tennisster op hun onderbroek te lopen pronken. Dan krijg ik de slappe lach.

Sandra Grafhorst – Geerst

Bronnen:

  1. De psychologie van de mode. Auteur: Van Ginneken, J. In ‘Psyche & Brein’, nr. 6, 2008. Uitgeverij Cascade, Antwerpen, België (www.eosmagazine.eu), pag. 18-20 
  2. Coco Chanel: rebels en in stijl. Auteur: Kuipers, K. Algemeen Dagblad, 20 januari 2009. Uitgeverij AD-nieuwsmedia, Rotterdam.
  3. Deluxe. Auteur: Thomas, D. UItgeverij Forum, Amsterdam, 2008.
    Via Bol.com

    Deluxe
    Thomas, D
    Samenvatting via Bol.com
    Er was een tijd dat luxe alleen maar bereikbaar was voor koningshuizen en aristocraten. Luxe was meer dan een product: het was een stijl, die stond voor superieure kwaliteit en traditie. Die tijd is voorbij; de markt wordt nu gedomineerd door grote ondernemingen die uitsluitend bezig zijn met groei, zichtbaarheid, merkbewustzijn, reclame en, boven alles, winst.
    Dana Thomas heeft de wereld rondgereisd en gesproken met directeuren en fabrieksarbeiders, met gewone consumenten en met de wereld van oud geld en oude luxe. In dit boek onthult ze alle duistere geheimen over de luxe-industrie die Prada, Gucci en Burberry liever verborgen zouden houden.
    Dana Thomas is cultuur- en modeverslaggever voor Newsweek. Ook schrijft ze over lifestyle voor o.a. The New York Times Magazine, The Washington Post en Vogue. Ze woont met haar man en dochtertje in Parijs.

    Lees ook:
    Merkenmoe: hoe ik leerde leven zonder logo's.
    Auteur: Neil Boorman.
    Bonfire Of The Brands
    Bonfire Of The Brands
    Neil Boorman

    (Bol.com, Engels)
    Of
     Merkenmoe
    Merkenmoe
    Neil Boorman
    (Bol.com, Nederlands)
    Of:
    Boorman beschrijft niet alleen op een ontwapenend openhartige manier zijn eigen merkenverslaving en zijn pogingen om af te kicken. Hij vraagt zich ook af of je tegenwoordig überhaupt zonder merkspullen een normaal leven kunt leiden en legt de sociale, historische, economische en psychologische achtergronden van de huidige merkengekte bloot.
    http://www.managementboek.nl/boek/9789029078818/merkenmoe_neil_boorman?affiliate=1910