De gemeentepolitiek moet weer terug naar de burgers. Een gemeente is geen bedrijf waar het rationele management denken centraal moet staan. De lokale overheid is te veel gerationaliseerd door schaalvergroting, decentralisering en professionalisering van het bestuur, waardoor de gemeenteraad haar rol in het politieke centrum kwijtraakt.
Meer weten?
Gemeente in de genen: tradities en toekomst van de lokale democratie in Nederland
Auteurs: Wim Voermans, Geerten Waling
Uitgeverij Prometheus, Amsterdam, 2018, 344 pagina’s
Klik op: https://www.managementboek.nl/boek/9789044636338/gemeente-in-de-genen-wim-voermans?affiliate=1910
Deze kerngedachte is opgetekend door Wim Voermans, hoogleraar staats- en bestuursrecht en Geerten Waling, historicus in hun boek ‘Gemeente in de genen; Tradities en toekomst van de lokale democratie in Nederland’.
Wie vroeger wilde overleven in de zware omstandigheden van ons grondgebied moest wel samenwerken. Het leven op het land was zwaar, evenals de strijd tegen het water. Alleen door samen te werken kon er iets worden bereikt. Dit verklaart de pragmatische inslag gericht op het met elkaar oplossingen bereiken. Van daaruit is de cultuur van polderen ontstaan die zo uniek is voor Nederland. De basis voor onze democratie ligt dan ook lokaal, oftewel in de gemeenten.
De huidige structuur van werken, het Huis van Thorbecke, is in de loop der jaren niet wezenlijk veranderd. In die zin is Nederland oerconservatief. Opstanden op lokaal niveau zijn er niet zoveel geweest en als ze er waren werden de argumenten geïncorporeerd door de gevestigde partijen en daarmee onschadelijk gemaakt. Zo is nu bijvoorbeeld iedereen voor duurzaamheid.
Voermans en Waling kijken niet negatief naar de lokale democratie. De opkomst van de lokale partijen en het niet kiezen voor de gevestigde partijen zien zij als positief. De kiezers stemmen niet meer vanuit traditie, maar ze zijn echt gaan kiezen. Dat is juist een uiting van een levende democratie.
Vanuit de gevestigde orde wordt dit kritisch bekeken. De regenten verliezen de controle en leggen de kritiek vooral bij de gemeenteraad. Onterecht vinden de auteurs. Bestuurders zetten de gemeenteraad weg als lastig, weinig representatief, versnipperd en van gebrekkig niveau en zoeken naar alternatieven om de burgers te bereiken. Om wat te noemen: burgerbegrotingen, burgertoppen, tijdelijke zetels in de raad voor gewone burgers, enz. Allemaal instrumenten om de raad te ondermijnen.
Slecht voor de lokale democratie zijn de herindelingen en de opschaling in gemeenschappelijke regelingen. Burgers verliezen de verbinding met hun gemeente en haken af. Ook de gemeenteraad haakt af bij de complexiteit van de bestuurlijke processen en verliest invloed. De afstand tussen colleges en ambtelijke apparaat enerzijds en de gemeenteraad anderzijds wordt groter door deze ontwikkelingen. De auteurs zien geen voordelen. Goedkoper wordt het niet en de afstand tot de burger groeit.
Ook de minachting van de landelijke politieke partijen is opvallend. Zij hebben er weinig aandacht voor en zijn ook in verkiezingstijd vooral bezig met landelijke thema’s. Toch hebben de decentralisaties ertoe geleid dat steeds meer zaken lokaal geregeld worden.
De gemeentepolitiek moet weer terug naar de burgers als een plaats van debat en belangenafweging in plaats van een technocratische managementcultuur. Het gaat om identiteit, debat, participatie, het recht om gehoord te worden en om strijd. Het moet een arena zijn waar belangen en visies naar voren komen en leiden tot keuzes. Dat is niet altijd een geordend proces, maar wel waar het om gaat in een lokale democratie!
Illustratief voor hoe de gevestigde lokale elite vanuit de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) de discussie probeert te beheersen is het laatste hoofdstuk. Hierin zien we hoe een onderzoek naar bestuurlijk functioneren van de lokale democratie onder leiding van hoogleraar Voermans, waarbij de conclusies niet de schuld van de problemen legde bij de gemeenteraad, door de VNG als opdrachtgever om zeep werd geholpen. De VNG organiseerde doodleuk een nieuw onderzoek onder leiding van bestuurders die de schuld legden bij de gemeenteraad en meer macht willen voor de bestuurders.
Het boek van Voermans en Waling werkt vanuit de geschiedenis van Nederland toe naar conclusies die passen bij de aard van ons land. Dat is een krachtige manier van werken die leidt tot oplossingen die passen bij onze cultuur. Je schiet door het boek heen omdat het makkelijk leest, met voorbeelden en een stijl waarbij stelling wordt genomen.
Bert van Ravenhorst
Maart 2018