Projectclassificatie voor planningsdoeleinden.

Stel, je moet als organisatie een veelheid van langlopende projecten plannen. Hoe bepaal je dan per fase, of activiteit, de benodigde capaciteit (arbeidstijd) en doorlooptijd? Een eenvoudige methode daarvoor is ontwikkeld in de jaren ´80.

Deze leverde in die tijd met enkele 'echte' (pure) bedrijfskundigen enige discussie op omdat er twee simpele innovaties inzaten die ongebruikelijk waren. Eigenlijk een klein beetje´not done´ vanuit bedrijfskundige optiek. Die innovaties waren:

  1. Het toepassen van 'Sociale Academie' (personeelswerk) – achtige gedachten op een meer technisch bedrijfskundig calculatie-probleem:”Als je een functie kunt classificeren, waarom zou je dan geen projectfase gericht kunnen classificeren?”
  2. Het toepassen van eenvoudige 'sociale wetenschappen' statistiek (correlatie van kwalitatieve variabelen d.m.v. Cramers V) op een meer technisch bedrijfskundig calculatieprobleem.
De methode vormde tegelijkertijd de kern van mijn afstudeeropdracht voor een VOA2 opleiding Bedrijfskundig Analist. Zoals één examinator het destijds verwoordde:"Talloze grote organisaties hebben zich het hoofd gebroken over hoe dat probleem op te lossen en jij haalt het zo van de straatstenen af."

Superorigineel was het nu ook weer niet helemaal. Begin jaren ´90, kwam ik eens een planner van (standaard)projecten tegen die impliciet, op basis van ervaring, iets vergelijkbaars deed. Alleen wist die wat hij deed niet expliciet te onderbouwen. En daar was deze methode, om te komen tot een set projectclassificatie-tabellen per capaciteitsbron (per projectfase), weer nuttig voor. Je kon er zelfs je ervaring mee aanscherpen. 

Een voordeel was dat ik toen (en ook nu) niet gehinderd werd door het ´bedrijfskundige´ zijn, had emotioneel niet in die wereld geïnvesteerd, maar stond in die tijd als Hoofd Planning van de toenmalige Loontechnische Dienst (formeel bleef ik nog als Bedrijfskundig Ambtenaar Arbeids-verhoudingen voor het LTD-gewest Eindhoven op de loonlijst staan) wél met de rug tegen de muur omdat de accountantsdienst een argumentatie eiste voor de gebruikte voorcalculatietijden voor projecten waar bijv. een projectleider maanden capaciteit in de voorbereiding moest steken.
Er was niets in de planningsliteratuur te vinden voor dit specifieke probleem. Kortom, ik moest wat verzinnen. Temeer daar het halen van een diploma VOA2 ook nog eens een vereiste was voor het krijgen van een uiteindelijke vaste aanstelling. En in de jaren '80 zat het met de werkgelegenheid bepaald niet goed.
De zeer simpele oplossing kreeg ik destijds als het ware intuïtief aangereikt in mijn gedachten op een bepaald moment. In die zin claim ik ook niet de bron van dit ideetje toen te zijn, maar bedank hier voor de gelegenheid toch eens degene die me al vanaf mijn geboorte terzijde staat (Emanuel), op zijn manier een enkele keer van advies voorziet, en soms bijstuurt indien nodig. 🙂
Terzijde: de gebruikte statistische techniek maakte uiteraard ook geen deel uit van de VOA2 opleiding.

Artikel 1: Een beetje statistiek, creativiteit en tijdverantwoording: projectclassificatie voor het vaststellen van arbeid- en doorlooptijden.
Auteur: Max Herold
Blad: INFOA, jaargang 5, nr. 3, maart 1988.
Klik op: Een beetje Statistiek, Creativiteit en Tijdverantwoording

Artikel 2: Van projectclassificatie naar activiteitenprofielen.
Auteur: Max Herold
Blad: Doelmatige Bedrijfsvoering: vakblad voor onderhoud, bedrijfskunde en bedrijfszekerheidstechnologie, jaargang 7, nr. 9, november 1995.
Klik op: Van Projectclassificatie naar Activiteitenprofielen 

Max Herold
Juni 2012